. De flora van Nederland. Plants. 598 â ORCHIDACEAE. â FAMILIE 19. bloemen, de onderste zijn even lang als het vruchtbeginsel. De bloemen zijn vrij groot, hangend, reukeloos. De bloemdekbladen zijn iets concaaf, de buitenste eirond-lancetvormig, meernervig, eerst klokvormig samennei- gend, later afstaand, bruinachtig groen tot roodachtig of groenachtig grijs, van binnen groenachtig wit tot licht vleeschkieurig, de zijdelingsche bin- nenste zijn korter dan de buitenste, langwerpig-eirond, stomp, meest 5- nervig, van buiten wit, aan den voet roodachtig, van binnen vaak zuiver wit. De lip (fig. 5


. De flora van Nederland. Plants. 598 â ORCHIDACEAE. â FAMILIE 19. bloemen, de onderste zijn even lang als het vruchtbeginsel. De bloemen zijn vrij groot, hangend, reukeloos. De bloemdekbladen zijn iets concaaf, de buitenste eirond-lancetvormig, meernervig, eerst klokvormig samennei- gend, later afstaand, bruinachtig groen tot roodachtig of groenachtig grijs, van binnen groenachtig wit tot licht vleeschkieurig, de zijdelingsche bin- nenste zijn korter dan de buitenste, langwerpig-eirond, stomp, meest 5- nervig, van buiten wit, aan den voet roodachtig, van binnen vaak zuiver wit. De lip (fig. 552, 553) is omstreeks even lang als de zijdelingsche buitenste bloemdekbladen, het achterste lid er van scheidt alleen honig af op de verdikte middenstreep en is wit, lichtpurper geaderd, aan den voet met oranjekleurige puntjes, voor met 2 kort driehoe- kige > vooruitspringende lobben. Het voorste lid is rondachtig, grooter dan bij E. latifolia en door een geleding beweeglijk met het grondiid verbon- den (niet bij E. latifolia), meest stomp, soms iets Bioem van Epipactis paiustris ^ â ⢠' ' Til '^''f t^"" zijde gezien. uitgerand, wit of rosé geaderd met fijn gekartel- pig. 553. den rand, aan den voet met 2 gele, overlangsche strepen. De stempelzuil is vrij kort, aan den voet versmald, naar voren verbreed, geelachtig groen. Aan het hechtkliertje zitten 4 stuifmeelklompjes (zie het geslacht). Het vruchtbeginsel is verlengd spilvormig, vierkantig, eerst iets gedraaid, geleidelijk in een even langen of langeren steel ver- smald, kort behaard. De vrucht is groot, langwerpig, naar den voet iets versmald, hangend. 4- 3-4,5 dM. Einde Juniâbegin Augustus. Biologische bijzonderfieden. Het onderste deel van den stempel is 2-lob- big, daarboven zit het kleine, bijna bolronde hechtkliertje, dat met de voorzijde dicht over den stempel steekt en met een zachte, elastische, van binnen kleverige klep bedekt is. Deze gaat echter gemakkelijk door een van beneden naar boven


Size: 1913px × 1306px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants