. Leerzaame zinnebeelden . uur durft flryden , Wat is zyn lot en end?Een droevig onheil, niet te myden, Eene eindelooze dat aan alle dwingelanden , Wier boosheid, hels verwoed,Beftond Gods kinders aan te randen In dollen zag men ze allen nederplofFen, Vergaan in fmert en fchand,Doort fcherp gewette zwaard getroffen Van Gods getergde hand!Pat heet zich in óen ftryd te wikklen Met fteen, of feilen s tegen fcherpgepunte prikklen Te ftooten met den prent dit vaft in uw gedachten. Op dat gy wyzer leert omzichtig u te wachten Voor eigen fehade en


. Leerzaame zinnebeelden . uur durft flryden , Wat is zyn lot en end?Een droevig onheil, niet te myden, Eene eindelooze dat aan alle dwingelanden , Wier boosheid, hels verwoed,Beftond Gods kinders aan te randen In dollen zag men ze allen nederplofFen, Vergaan in fmert en fchand,Doort fcherp gewette zwaard getroffen Van Gods getergde hand!Pat heet zich in óen ftryd te wikklen Met fteen, of feilen s tegen fcherpgepunte prikklen Te ftooten met den prent dit vaft in uw gedachten. Op dat gy wyzer leert omzichtig u te wachten Voor eigen fehade en waart gy een verbolgen Saulus In meer of minder nu voortaan een zachten Paulus Uitblinken in uw de fchaar der Codbeminden , Acht hun gezelfchap maakt tot uwe beste vrinden, Die God daar voor word gy met de lieflykheden In volle maat gedrenkt,Die God zyn vrienden hier beneden,En namaals eeuwig fchenkt. G 3 Het 34 LEERZAAME Het dertiende vruchtelooze Verhlyd u, ê jongeling, in wae jeugd, en laat tm hert uvennaalcnin de dagen uwer jongelingfchap, en ixandel in de wegen uwes herten ^en in de aanfchouwinge uwer oogen : maar weet, dat God, ojn alle deezedingen u zal doen komen voor t gerichte. Pred. xi. 9. fVat heeft ons de bovaardigheid gevorderd? en wat heeft ons derykdom met het pogchen medegebragt ? Jlle die dingen zyn voorbygegaan gelyk een fchaduwe, en gelyk een voorby hopende der Wysh. v. 8, 9. Op ZINNEBEELDEN. ^5 Op het dertiende ZINNEBEELD. H -et vliegertje, van dun papierTe zaam geplakt, met beelden overtoogen Van veelerleije verw en zwier,Is voor het kind behaagelyk in de oogen. Daar gaat hec zomtyds mee te veld,Terwyl een troep van zyns gelyke knaapen Hem met gelyke zucht \ erzelt,Om vreugde en luft uit t vliegerfpel te raapen. En ó wat vreugd geniet het kind ?Geene andere, als den vlieger, onder t vieren Der koorde, op vleugels van den windGedraagen, in de hoogte te zien zwieren. D


Size: 1772px × 1410px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookidleerzaamezinnebe00spi, booksubjectemblemsearlyworksto1800