. Oud-Nederlandsche steden in haar ontstaan, groei en ontwikkeling. hen de oost- en westgevels. Men had, t is waar, nu eene geheel overwelfde, eene volkomen onbrand-bare kerk, maar die, laag en smal als zij ter wille van het gewelf was, eerhet aanzien had van een bovengrondschen kelder dan van een Godshuis. Het doel was bereikt, doch men was niet bevredigd. In de eerste plaats trachtte men nu aan die kerk iets van haren kelder-vorm te ontnemen, door hare zijmuren op gelijke afstanden te voorzienvan een pilaster en deze als steunboog onder het gewelf door te trekken,met het dubbele doel, muurwe


. Oud-Nederlandsche steden in haar ontstaan, groei en ontwikkeling. hen de oost- en westgevels. Men had, t is waar, nu eene geheel overwelfde, eene volkomen onbrand-bare kerk, maar die, laag en smal als zij ter wille van het gewelf was, eerhet aanzien had van een bovengrondschen kelder dan van een Godshuis. Het doel was bereikt, doch men was niet bevredigd. In de eerste plaats trachtte men nu aan die kerk iets van haren kelder-vorm te ontnemen, door hare zijmuren op gelijke afstanden te voorzienvan een pilaster en deze als steunboog onder het gewelf door te trekken,met het dubbele doel, muurwerk en gewelf te geleden, te versterken endaardoor ongestraft aan de zijmuren wat meerdere hoogte en aan delichtopeningen wat meerdere breedte te kunnen geven. Vrij spoedig evenwel verving men dat tongewelf door een door-loopend spitsbogig gewelf met gordelbogen,dat bij meerdere hoogte minder zijdelingschendruk geeft en dus bij gelijke muurzwaarte eenegrootere kerkbreedte en meerdere lichtopeningentoelaat of wel bij gelijke kerkbreedte mindermuurzwaarte eischt l).. mm Het koepel- en kruisgewelf. Deze oplossing, hoe geschikt ook voor kleinekerkjes, kon echter niet dienen voor grootere,voor deze moest eene andere oplossing gevon-den worden en zoo kwam men er toe, haarschip in nagenoeg vierkante vakken door dwars-bogen gescheiden te verdeelen en elk dezer meteen koepclgewelf te dekken; door de hoekenwaarop de druk van dat gewelf hoofdzakelijk neer-komt voldoende te versterken, kon men nu dezijmuren opnieuw, bij mindere dikte, meerderehoogte en grootere vensters geven. Evenals men het ton- en het spitsbogig gewelfmet gordel-bogen had versterkt, versterkte men nu ook dat koepel-gewelf met gordels of ribben, deze reeds spoedig als zelfstandige, alsgewelfdragende bogen behandelend, en de velden nu eenvoudig meteene vulling sluitend. Afb. N°. 189. Beeld van de H. Maagd op de klok van A°. 1581 in den toren te Kampen. i) De oude baksteenen kerk te Midwoldc bij de Leek (prov. Groningen)


Size: 1187px × 2104px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1900, booksub, booksubjectarchitecture