. De flora van Nederland. Plants. Gentiana germanica ?\a. 67. 6. Amarélla') L. S1 a n k e ge n t i aa n (fig. 68). Deze plant is*onbehaard, heeft een dunnen wortel en een rechtopstaanden, dunnen, vierkanten, al of niet vertakten en zwak bebladerden stengel. De bladen zijn tegenoverstaand, staan uitgespreid, zijn uit breederen voet lancet- tot lijn-lancetvormig, 3-5-nervig, langpuntig (bij G. germanica met een korte punt), de wortelstandige staan in een roset. De bloemen zijn kleiner dan bij G. campestris, zij zijn gesteeld, oksel-en eindstandig, weinig talrijk en vrij ver uiteenstaand. .,. De


. De flora van Nederland. Plants. Gentiana germanica ?\a. 67. 6. Amarélla') L. S1 a n k e ge n t i aa n (fig. 68). Deze plant is*onbehaard, heeft een dunnen wortel en een rechtopstaanden, dunnen, vierkanten, al of niet vertakten en zwak bebladerden stengel. De bladen zijn tegenoverstaand, staan uitgespreid, zijn uit breederen voet lancet- tot lijn-lancetvormig, 3-5-nervig, langpuntig (bij G. germanica met een korte punt), de wortelstandige staan in een roset. De bloemen zijn kleiner dan bij G. campestris, zij zijn gesteeld, oksel-en eindstandig, weinig talrijk en vrij ver uiteenstaand. .,. De kelk is tot omstreeks -.; gedeeld in 5 meest vlakke, tamelijk gelijke, lijn-lancetvormige slippen, die omstreeks evenlang zijn als de buis der bloem- kroon. De bloemkroon is klokvormig, aan de keel gebaard, roodachtig-lila (zij wordt bij het drogen meer blauw), zelden geelachtig-wit, vrij klein (15- 18 mM lang, 4-5 mM breed). De buis der bloem- kroon is korter dan bij G. germanica en eindigt in 5 lancetvormige, spitse slippen. De stempels zijn rechtopstaand. De doosvrucht is zittend (fig. 68). G. 2,5 mM-3 dM. AugustusâOctober. Bij G. Amarélla komt van den vorm eu-Amarella met spatelvormige, stompe wortelbladen, een zomer- en een herfstvorm voor. De eerste heeft stompe, de tweede spitse stengel- bladen. Of beide vormen ook bij ons voorkomen, is niet bekend. Biologische bijzonderheden. De wijze van bestuiving komt overeen met die bij G. campestris, alleen zijn hier de bloemen homogaam. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in vochtige weiden en aan hellingen, vooral op kalkgrond in Midden- en Noord-Europa voor. Bij ons is zij vrij zeldzaam, alleen in de duinen en bij Kaatsheuvel, Loon op Zand en Zutphen gevonden. 5. Cicéndia i Adaiis. órmisâ¢} Delarbre. (E'xacum^) filifórme ). Draadgentiaan (). Deze plant is onbehaard en zeer teer. De stengel is rechtopstaand, zeer. Gentiana Amarélla Fig. 68. 1) Amarélla = weinig bitter. -)


Size: 1399px × 1787px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants