. De flora van Nederland. Plants. 534 â GRAMINAE. â FAMILIE Bromus erectus Fig. 472. vormig samengevouwen, die der stengelbladen (weinige) zijn breeder. Het tongetje (fig. 472) is kort, franjeactitig. De pluim is smal, rechtopstaand, vrij dicht, met takken, die ruw zijn, slechts 1-3 aartjes dragen en 2-5 grondstandige takjes hebben. De aartjes zijn lancetvormig, 5-7-bloemig, geelgroen, zijde- lings samengedrukt, naar den top versmald. Het onderste kelkkafje is 1-nervig, het bovenste 3-nervig. Het onderste kroonkafje (fig. 472) is gekield, heeft een 2-tandigen top, is uit den top genaaid,
. De flora van Nederland. Plants. 534 â GRAMINAE. â FAMILIE Bromus erectus Fig. 472. vormig samengevouwen, die der stengelbladen (weinige) zijn breeder. Het tongetje (fig. 472) is kort, franjeactitig. De pluim is smal, rechtopstaand, vrij dicht, met takken, die ruw zijn, slechts 1-3 aartjes dragen en 2-5 grondstandige takjes hebben. De aartjes zijn lancetvormig, 5-7-bloemig, geelgroen, zijde- lings samengedrukt, naar den top versmald. Het onderste kelkkafje is 1-nervig, het bovenste 3-nervig. Het onderste kroonkafje (fig. 472) is gekield, heeft een 2-tandigen top, is uit den top genaaid, lancet- vormig, duidelijk 5-7-nervig, meest omstreeks dubbel zoo lang als de naald, naar boven vaak violet aan- geloopen. De nerven zijn, evenals die der kelk- kafjes, rugwaarts ruw. De naald is bijna steeds rechtopstaand. Het bovenste kroonkafje heeft ge- wimperde kielen. De helmknopjes zijn lichtgeel. 4. 3-10 dM. MeiâJu'i- Bij deze soort zijn tal van afwijkende vormen te onderscheiden. Wij noemen de var. ,S. villósus^) Aschers. et Gr. met kort aanliggend behaarde onderste kroonkafjes, terwijl de onderste takken der pluim verscheiden takjes aan den voet hebben en de var. y. depauperatus-) Aschers. et Gr. met zeer kleine pluim, terwijl de takken der pluim geene of slechts een takje aan den voet hebben. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa in weiden en op droge heuvels voor. Zij is bij ons vrij zeldzaam in het wild, het meest nog in gazons, waar zij is uitgezaaid. De 2 var. zijn beide bij Rotterdam gevonden. B. inérmis'â ') Leyss. Kweekdravik (fig. 473) Deze soort gelijkt veel op B. erectus, doch verschilt er van in de vol- gende kenmerken. Zij is licht- of iets grijsgroen, heeft een kruipenden wortelstok, met verscheiden dM lange uitloopers en stengels, die naar boven soms ruw zijn en meest vele bladen dragen. De bladen hebben kale, zelden gewimperde scheeden en vlakke, meest tot 5 mM breede, in de jeugd opgerolde, meest kale en ruwe, aa
Size: 1411px × 1770px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants