. Beschryving van Ysland, Groenland en de Straat Davis. : Bevattende zo wel ene bestipte bepaling van de ligging en grote van die eilanden, als een volledige ontvouwing van hunne inwendige gesteltenis, vuurbrakende bergen, heete en warme bronnen enz. een omstandig bericht van de vruchten en kruiden des lands; .... Anderson, Johann, 1674-1743; Natural history; Natural history; Eskimo languages; Indian linguistics; genealogy. 222 BESCHRYVING van GROENLAND,. in hunne kleine fchuitjens van alle kanten op hem los, en wel met zodanig een drift , dat men 'er zich over verwonderen moet. Zy zoeken hem


. Beschryving van Ysland, Groenland en de Straat Davis. : Bevattende zo wel ene bestipte bepaling van de ligging en grote van die eilanden, als een volledige ontvouwing van hunne inwendige gesteltenis, vuurbrakende bergen, heete en warme bronnen enz. een omstandig bericht van de vruchten en kruiden des lands; .... Anderson, Johann, 1674-1743; Natural history; Natural history; Eskimo languages; Indian linguistics; genealogy. 222 BESCHRYVING van GROENLAND,. in hunne kleine fchuitjens van alle kanten op hem los, en wel met zodanig een drift , dat men 'er zich over verwonderen moet. Zy zoeken hem door de harpoenen aan enige blazen vall te krygen; want hoe groot ook zulk een dier is r word het echter door enige van die blazen, om hunne Hgtheid en tegenftand, opgehouden en verhindert, naar den grond te zin- ken. Wanneer het hun gelukt, zodanig een Walvifch als het ware te arrefteren , naderen zy hem met lenzen , en zien hem zo vele fleken toe te brengen , dat hy , door 't verlie- zen van te veel bloed,-derven moet. Alsdan werpen zy zich in hunne met wind naar behoren opgeblazen wambefen of gantfche overtrekzels in zee, en zwemmen naar den vifch ; blyven ook dus dobberend, dewyl zy niet zinken konnen, by en rondom denzelven, tot zy het fpek afgefneden hebben, 't geen zy terftond in hunne grote Boten werpen. Daarenbo- ven weten zy , onaangezien hunne flechte werktuigen , de Baarden, of ten minften het grootfte gedeelte derzelve, uit den muil te halen, tot fchaamte onzer fpekfnyders en matrozen , welke zo velerly grote en koftbare werktuigen daar toe no- dig hebben. Van bun- J; LXX11I. Tot de Land-Jagt gebruiken zy, naar de eer- ne fagt- $6j ouc|fl;e en algemene wyze van alle volkeren der waereld, fchap.' Bogen en Pylen (i). De Bogen zyn lang, uit americaanfch pen. vu- (7) Ik moet alhier van een zeer zeldzaam ftuk gewag, maken, 't geen ik in myn Cabinet bezit. In 't jaar 1696 ving een onzer Groenlandsvarers een Walvifch, in wiens fpek men een ftene punt van een pyl vond,zyn-


Size: 1130px × 2211px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., booksubjectindianlinguistics, booksubjectnaturalhistory, bookyea