. Toonneel des menschelikken levens : Of de vernieuwde gulden winkel ; waer in door poëtische, historische, morale, en schriftuurlikke leeringen, den mensche vertoont werdt, hoedanigh hy zijn leven, handel, en wandel, zediglik, eerbaarlik en vermakelik fal overbrengen . ^ijn tegen utve broederen^ bemint dan de trare rijkdotn ■ Zo ghy :^eekt op den top ■der eeren te fitjgen, poogt yiaer V Heme-fch Kpmnghrijk^, en xp<^ \^^^y. de volle rijlidombcfiuen- Kiefonymus;^f/(ƒ, darmenderijkdcmmen mostgebrtiik^yi-,do<;h ^ijtghyeenfia^ff, ^eidt hy^gebniikt:{e als cenjlave, maerhehtgy


. Toonneel des menschelikken levens : Of de vernieuwde gulden winkel ; waer in door poëtische, historische, morale, en schriftuurlikke leeringen, den mensche vertoont werdt, hoedanigh hy zijn leven, handel, en wandel, zediglik, eerbaarlik en vermakelik fal overbrengen . ^ijn tegen utve broederen^ bemint dan de trare rijkdotn ■ Zo ghy :^eekt op den top ■der eeren te fitjgen, poogt yiaer V Heme-fch Kpmnghrijk^, en xp<^ \^^^y. de volle rijlidombcfiuen- Kiefonymus;^f/(ƒ, darmenderijkdcmmen mostgebrtiik^yi-,do<;h ^ijtghyeenfia^ff, ^eidt hy^gebniikt:{e als cenjlave, maerhehtgy vanutvenhal:{ege-trorpen, gebruikt en verdeelt de goederen als een Heer e. Chriioitomusj^jfe^f : Ds rijkrdommen :{i]ngeen Toonde i maer het is:{onde die niet recht te gebruiken, noch den armendie :{elvc mede te deelen. Want de ttarefchatten, T^eidt Gregorius, dat :^ijn de DetKrden^d:e de confcientie met haer voert, opdat:{yin eettttügkeidtnjk^^y. Last o??sdanhier nietaltijdt leggen te ivroeten om aerdfchejchattcn te verfamelen, die de dtevenjieelcn, die deroejien motten verderven ymaer vergadert ujchat ten daer boven mden Hcmelydie nim^mermeer vergaenfuJJen, 7^ T O O N JSFEE I, Ziet hoede^hilofioph hier aan de Tafel dut, i Timoth: Sone! ik rade dy (uit zorge die ik drage}Gebruikt een weynig Wijns om uwe quade mage. H Ier tif^rdt afgebeeld de-ivyz^ Man, of veel eer de ntichtere en zohere :hylaei hm met meer tappen dan drie kleine bekers, om te kennen te geven, daUmenniet een hem wel genoegen kan, maer datmen, ,de^^erflen nemen zal om den dorflteverfaen, enx^o tnodigis, den tweeden gehruUkenomz,jjnengeejiteverlufiigen, enden derden machmen tereeren -van zijnen■vriend welmt drinken. Doch datwen zich voor al zoude van overdaed enver^^mftjngh wachten. Het-wordt nu (Godt betert) weinighwaer genomen : menheeft nut heerltk tegafigeweeft, altijdt men is niet welonthaelt, -wanneer de zei- Ie» des MenfcheHkken levens.


Size: 1794px × 1393px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorvondeljoostvanden1, bookdecade1660, booksubjectemblems