. De flora van Nederland. Plants. 304 â RUBIACEAE. FAMILIE 104. B. Bijschermen tot eindelingsche pluimen vereenigd of slechts 1 eindelingsch. Stengel zonder rugwaarts gerichte stekels. Bloemen 2-slachtig, met 4-spletige bloemkroon. Bloemstelen na den bloei recht, meest rechtopstaand. a. Bladen in kransen van 4, 3-nervig, zonder stekelpunt, lancet- tot lijn-lancetvormig. Bijschermen in een dichtbloemige pluim G. boreale blz. 308. b. Bladen 1-nervig. aa. Slippen der bloemkroon stekelpuntig of genaaid. aaa. Bloemkroon citroengeel. Stengel rond. Bladen lijnvormig, van onderen witachtig, zacht beha


. De flora van Nederland. Plants. 304 â RUBIACEAE. FAMILIE 104. B. Bijschermen tot eindelingsche pluimen vereenigd of slechts 1 eindelingsch. Stengel zonder rugwaarts gerichte stekels. Bloemen 2-slachtig, met 4-spletige bloemkroon. Bloemstelen na den bloei recht, meest rechtopstaand. a. Bladen in kransen van 4, 3-nervig, zonder stekelpunt, lancet- tot lijn-lancetvormig. Bijschermen in een dichtbloemige pluim G. boreale blz. 308. b. Bladen 1-nervig. aa. Slippen der bloemkroon stekelpuntig of genaaid. aaa. Bloemkroon citroengeel. Stengel rond. Bladen lijnvormig, van onderen witachtig, zacht behaard G. verum blz. 309, bbb. Bloemkroon wit of geelachtig wit. «. Bladen aan weerszijden groen. Stengel vierkantig. Bloemkroonslippen genaaid G. Mollufro blz. 310. p. Bladen, vooral van onderen blauwgroen. Stengel rond. Bladen langwerpig-lancetvormig, meest stomp. Bloemkroonslippen spits, zeer kort stekelpuntig. Vrucht iets rimpelig. G. silvaticnm blz. 311. bb. Slippen der bloemkroon spits (de soorten dezer afdeeling gelijken door de losse, bij G. hercynicum ver langs den stengel naar beneden gaande pluim op G. uliginosum en G. palustre, maar onderscheiden zich gemakkelijk van deze door de niet rugwaarts stekelige stengels en van G. palustre, waar die stekels vaak niet aanwezig zijn , door de stekelpuntige bladen). aaa. Onderste bladen omgekeerd eirond, de bovenste langwerpig-lancetvormig. Vrucht dicht met spitse knobbeltjes bezet . G. hercynicum blz. 311. bbb. Onderste bladen langwerpig, de bovenste lijn-lancetvormig. Vrucht onduidelijk met stompe bultjes bezet G. silvestre blz. 312. Volksnamen. De naam walstroo wordt het meest voor de verschillende soorten gebruikt, verder op Zuid-Beveland ook klevers. G. Cruciatai) L. Kruisbladwalstroo (fig. 375). Deze plant is geelachtig groen. Zij heeft een dunnen, vertakten wortel- stok en zwakke stengels, die alleen tusschen het gras of, als zij ouder -^gm worden , rechtopstaan, maar anders liggen en »-ie<^ '"^Ã^ alleen de


Size: 1445px × 1729px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants