. De flora van Nederland. Plants. 168 CARYOPHYLLACEAE. FAMILIE Coronaria flos cuculi Fig. 201. C. flos cüculi') A. Br. (Lychnis FloscüculiLmk). Koekoeksbloem, (fig. 201). De wortel draagt boven den grond een roset van bladen en gewoonlijk slechts een stengel. Uit den voet van dezen komen korte uitloopers, die het volgend jaar bloemstengels vormen. De stengel staat rechtop, is ver- wijderd bebladerd, kantig, ruw door naar beneden gerichte haren en naar boven vertakt. De wortelbladen zijn langwerpig-spatelvormig, in den korten bladsteel versmald. De stengelbladen zijn smal lancetvormig. All


. De flora van Nederland. Plants. 168 CARYOPHYLLACEAE. FAMILIE Coronaria flos cuculi Fig. 201. C. flos cüculi') A. Br. (Lychnis FloscüculiLmk). Koekoeksbloem, (fig. 201). De wortel draagt boven den grond een roset van bladen en gewoonlijk slechts een stengel. Uit den voet van dezen komen korte uitloopers, die het volgend jaar bloemstengels vormen. De stengel staat rechtop, is ver- wijderd bebladerd, kantig, ruw door naar beneden gerichte haren en naar boven vertakt. De wortelbladen zijn langwerpig-spatelvormig, in den korten bladsteel versmald. De stengelbladen zijn smal lancetvormig. Alle zijn spits en eenigszins ruw. De bloemen zijn roserood, zelden wit, soms ge- vuld en staan in een los, gevorkt bijscherm. De kelk is buis-klokvormig, onbehaard, vaak rood- achtig, met 10 uitstekende nerven en toegespitste, driehoekige tanden. De kroonbladen loopen in 4 lijnvormige, ongelijke, uiteenstaande slippen uit en hebben smalle, lange tandjes aan de keel. De doosvrucht is buikig eirond, zonder vruchtdrager, slechts iets langer dan de kelk. ^. 3-9 dM. Mei—Juli, soms tot Herfst. Biologische bijzonderheden. De bloemen bezitten geen honigmerk. Honig wordt aan den voet der meeldraden afgescheiden en onder in de bloemkroonbuis, die 9 a 10 mM lang is (de kelk houdt de nagels der kroonbladen bijeen), bewaard. Het zijn vooral dagvlinders, doch ook hommels en langsnuitige zweefvliegen, die de bestuiving bewerken. De bloemen zijn proterandrisch. Eerst staan de 5 buitenste helmknopjes aan den ingang der bloemkroonbuis en keeren hunne met stuifmeel bedekte zijden naar binnen. Nadat het stuifmeel weg is, verlengen zich de draden en buigen zich naar buiten, waardoor er nu plaats komt voor de helmknopjes der 5 binnenste meeldraden, waarmede alles op dezelfde wijze gaat. Eindelijk ontwikkelen zich de 5 stijlen , de einden zijn schroefvormig gedraaid, zoodat een naar binnen dringende insectenslurf de stempels moet aanraken. Spontane zelfbestuiving is nog mogelijk, doordat er stuifme


Size: 1380px × 1812px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants