. De Bykorf des Gemoeds : Honing zaamelende uit allerley Bloemen . l wat gy zult hegeeren in V gehed , geloo-n)ende , zult gy ontfangen. JOANNES XV: 4, 5-. Blyvet in my ^ en ik in u. Gelykerwys de rankegeen vrucht en kan draagen van haar zelven ^ zozy niet in den wynftok en blyft : alzo ook gy niet,zo gy in jny niet en hlyvet. Ik hen de wynftok, [_en\ gy de ranken : die inmy hlyft, en ik in hem , die draagt veel vrucht:want zonder my en kond gy niets doen. Jakobus-I: s-> ^* En indien iemant van u wysheid onthreekt, dathy ze van God hegeer e, die een igelyk mildelyk geeft^en niet en verwyt:


. De Bykorf des Gemoeds : Honing zaamelende uit allerley Bloemen . l wat gy zult hegeeren in V gehed , geloo-n)ende , zult gy ontfangen. JOANNES XV: 4, 5-. Blyvet in my ^ en ik in u. Gelykerwys de rankegeen vrucht en kan draagen van haar zelven ^ zozy niet in den wynftok en blyft : alzo ook gy niet,zo gy in jny niet en hlyvet. Ik hen de wynftok, [_en\ gy de ranken : die inmy hlyft, en ik in hem , die draagt veel vrucht:want zonder my en kond gy niets doen. Jakobus-I: s-> ^* En indien iemant van u wysheid onthreekt, dathy ze van God hegeer e, die een igelyk mildelyk geeft^en niet en verwyt: en zy zalhcmgegeeven worden. Maar dat hy ze hegeer e in geloove 3 niet twyfelen»de: want die twyfelt is een haar e der zeegelyk, dievan de wmdgedreeven 5 en gp^enneergj^worpen word* I JOANNES lïl: IJjll. Geliefde, indien onz^ her te om niet en veroordeelt^zo hebhen wy vrymoedigheid tot God: En zo wat wy hidden, ontfangen wy van hem:dewyle wy zyne geboden bewaar en, en doen ^tgeenehehaagelyk is voor hem. 0,4 De ajS D E B Y K O R F De slang. Schuw vopr t Maar wacht [u] van de valfg Profeeten , dewelke infchaapskleederen tot u komen \ maar -van binnen zyn zegryfende wolven Aan haar e vruchten zult gy ze ken-nen. Leeft men ook een druive van doornen , of vygen van diftelen ? Matth; VII: iS-,1^ Daar D E s G E M o E D S. Z39 Daar Water was, wel eer,Daar quam wel JVater weer. A, .Is ik u zie voor myne oogen, Dan denk ik , hoe die oude Slang,Myn moeder Heva heeft bedroegen, En maakten t al haar kindren Slang , die uit het hol der Hellen, Met uw lichaamlykheid bekleed,Haar Swart, zo wit weeft voor te ftellen, Dat ik noch van de nafmaak eet:Maar, daar benevens denk ik wcedcr, Aan t groote Heil van God belooft,Hoe die gcwenfte Slang-vertreeder, De voet zouw zetten op zyn miften niet, ter rechter tyden: Nu komt het met ons daar op aan,Dat wy niet wederom ter zyden, Van achter zynen voorgang wy , na zulk een grooten leere, Ons wachten voor t bedekt fen


Size: 1621px × 1542px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorluikenjan16491712, booksubjectemblembooksdutch, bookye