. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 39. CRUCIFERAE. â 289 A. hirsütum ') M. B. Ruit,' s c h i I d z a a d. Deze plant is krachtiger dan de voritje. De stengel is van lani:re sterharen voorzien. ook de hauvvtjes draden sterharen en bovendien langere, enkelvoudige op een knobbel staande. De hauwljes zijn rond. O. Mei, Juni. De plant wordt door Koch beschouwd als een variëteit van de vorige nl. ;â¢. hirsütum. Voorkomen in Europa en in Nederland. Zij is inheeinsch aan de Levant en is bij ons met graan aangevoerd waargenomen op het Pothoofd te Deventer en langs den Rijn bij Arnhem. 20. Ber


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 39. CRUCIFERAE. â 289 A. hirsütum ') M. B. Ruit,' s c h i I d z a a d. Deze plant is krachtiger dan de voritje. De stengel is van lani:re sterharen voorzien. ook de hauvvtjes draden sterharen en bovendien langere, enkelvoudige op een knobbel staande. De hauwljes zijn rond. O. Mei, Juni. De plant wordt door Koch beschouwd als een variëteit van de vorige nl. ;â¢. hirsütum. Voorkomen in Europa en in Nederland. Zij is inheeinsch aan de Levant en is bij ons met graan aangevoerd waargenomen op het Pothoofd te Deventer en langs den Rijn bij Arnhem. 20. Bertéroa-) D. C. B. incana ^ D. C (Farsétia ') iiicana R. Br.) G r ij s k r u i d (fig. 342). Uit den bruinen penvvortel komen 1 of meer rechtopstaande of opstij- gende , meest vrij sterk vertakte stengels, die evenals de geheele plant dicht en aanliggend grijsviltig behaard zijn en aan den voet vaak wat rood- achtig. De bladen zijn lancetvormig, stomp, zittend, naar beneden versmald, gaaf of een weinig getand. De bloemen zitten in eindelingsche , later lang- gerekte trossen , zijn wit, vrij klein. De kelkbladen zijn opgericht, de kroonbladen diep 2-spletig. De helmdraden der lange meeldraden zijn aan den voet gevleugeld , die der korte getand. De vruchtstelen zijn opgericht, dun, 3 maal zoo lang als de hauwtjes. De hauwtjes zijn langwerpig, opgericht, samengedrukt met gewelfde kleppen, zonder nerven (fig. 342). De stijl is 2 a 3 mM lang. blijvend. De zaden zijn talrijk, smal gerand, zitten in 2 rijen. 2-5 dM. o 2. JuniâSeptember. Biologische bijzonderheden. In de bloem wordt honig aan den voet der korte meeldraden afgescheiden. De helmknoppen der lange meeldraden staan boven den stempel en draaien zich na het opengaan naar de zijde der kortere. Deze staan even hoog als de stempel, doch liggen er. doordat de helmdraden gekromd zijn, vrij ver van af. Doordat zich echter de knopjes der lange meeldraden aan den top iets plegen te krommen , is spontane zelfbestuiving l


Size: 1340px × 1865px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants