. Dichtkundige bespiegelingen op LVII gepaste in koper gebragte zinnebeelden; . op een Tafereel, verbeeklende Jupiter by * Da-naë, in de gedaante van een gouden Regen. De Boerop zyn gewaand oordeel parmant, zeide tegens zynmedekykers, of zy wel konden zien, wat dit fchil-derwerk verbeeldde, en vervolgde ongevergt, dathet de Lievevrouw was, met den Engel Gabriel,ziende de naakte Danaè, voor Maria, een vliegendkindtje de gordyn van t ledikant opfchuivende, totfieraad in t Stuk gebragt, voor den Engel, die haarde boodfehap van de bezwangeringe brengt, en dengouden regen, voor de ür.;alen van den


. Dichtkundige bespiegelingen op LVII gepaste in koper gebragte zinnebeelden; . op een Tafereel, verbeeklende Jupiter by * Da-naë, in de gedaante van een gouden Regen. De Boerop zyn gewaand oordeel parmant, zeide tegens zynmedekykers, of zy wel konden zien, wat dit fchil-derwerk verbeeldde, en vervolgde ongevergt, dathet de Lievevrouw was, met den Engel Gabriel,ziende de naakte Danaè, voor Maria, een vliegendkindtje de gordyn van t ledikant opfchuivende, totfieraad in t Stuk gebragt, voor den Engel, die haarde boodfehap van de bezwangeringe brengt, en dengouden regen, voor de ür.;alen van den H. Geelt,aan;en gaf dus een ftaal van zyn botheid aan alle, die daarby Honden. * Deze Fabel is van den Dichter Nazo verzonnen , om de krachten t vermogen van het Goud aan te duiden. Waarom ook Filipsvan Macedonië, de Vader van Alexander den Grooten, vooreen fpreekwyze had : Dat Jer geen Stadt onwinbaar was, zoo die jligtseen toegang had, zoo breed,da eenmuilzelmetgoadefchyvengeladendaar door konde gaan> De ZINNEBEELDEN. 175-XLIL De WATERBEEK,Verwonnen eer men t Gelyk een Beek, door fladig groeijen, Eerlang met ongedwongen loopKomt over dam en dyken vloeijen, En werpt een landftreek overhoop,Zo breekt de geldzugt alle banden Van reen en godsvrugt in t gemoedDes menfchen, daar ze heerft, tefchanden, Te bluflchen door geen overvloed;Schoon t geld haar ruim komt toegevlooten,t Is Oly in de vlam gegooten. Gelyk i/6 HOUBRAKENS XLII. ZINNEBEELD. Gelyk het water uit een Springbron van de hoog-te door een fmal beekje heen fnelt: maar in delaagte gedaald, zig breeder uitzet, eindelyk geheelebeemden overuroomt, tot het zyne uitwareringövindende 3 zyn loop in zee eindigt; even alzoo ishet ook gelegen met de Gierigheid. Deze door eenklein beginzel der begeerten, in het harte ontfpron-gen, fnelt licht heen, zoo de menfch, dien zy inge-nomen heeft, een verheven ziel bezit; maar een laageziel, en aardsgezind hart wordt door de Gierigheid hoelanger hoe meer, en eindelyk geheel ov


Size: 1578px × 1583px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bo, bookauthorfolkemajacob16921767, bookiddichtkundigebesp00houb