. Beschouwing der wereld : bestaande in hondert konstige figuuren, met godlyke spreuken en stichtelyke verzen . der W E R E L D. 309 Van den opgang der zonne af, tot haar en neder*gang, zy de Naam e des H E E REN gtlcojt. Matthfus XVIII: 2,3,4. En Jezus een kindeken tot hem geroepen hebbende^Jlelde dat m t midden van haar, En zeide, voorwaar zegge ik. u > indien oy u nieten veranderd, en word oelyl^ de kinderkens , zo enzult gy m het Koningryk^ der Hemelen geenjins in-gaan. Zo wie dan hem zelven zal vernederen gelyh^dit\kindekm 5 deze is de mee (ie in het Komngryk der Hemelen. ■ Lukas XII:
. Beschouwing der wereld : bestaande in hondert konstige figuuren, met godlyke spreuken en stichtelyke verzen . der W E R E L D. 309 Van den opgang der zonne af, tot haar en neder*gang, zy de Naam e des H E E REN gtlcojt. Matthfus XVIII: 2,3,4. En Jezus een kindeken tot hem geroepen hebbende^Jlelde dat m t midden van haar, En zeide, voorwaar zegge ik. u > indien oy u nieten veranderd, en word oelyl^ de kinderkens , zo enzult gy m het Koningryk^ der Hemelen geenjins in-gaan. Zo wie dan hem zelven zal vernederen gelyh^dit\kindekm 5 deze is de mee (ie in het Komngryk der Hemelen. ■ Lukas XII: 32. En vretfl niet, gy klein kuddeken : Want het isuwes Vaders welbehagen tt-lieden het Koningryk^t&geeven. 2 Korinthen IV: 6,7. Want God die gezegt heeft dat het licht uit de dutQermjfe zsude fchynen , is de geene die in onze her*\engefcheenen heeft, om \te gceven~j verlichtinge der\enn:Jfe dtr beerlykheid Gods in f aangezichte vanjezus ChriflfiS. Maar wj hebben dezen fchat in aarden vaten,9p dat de uitneemsntheid der kxaaht zjf Godes , enliet uit ons, V 3 De |io BESCHOUWINGDe VISSEN. Dengocde En Jezus wandelende aan de Zee van Galika, Zgtwee broeders amentlyk~\ Si won gezegt Petrus, en An-dreas zynen broeder , bet net in de zee werpende : {want\Zy waar en vijjers.) En hy zei de tot haar, volgt my na, *Mik Zal» vijjers der menfehen maaken. Matth: IV: i % 9- Laai der WERELD. 5u Laat vaïfe vryhcid 3 Tot waar e bijheid. roote Zee, van t tydlyk leeven , In wicn de menfchen heen en weêri[fioelen, weemIen ende fwceven, Gelyk de Viflen in het Meer:len vis-net laat zyn looden hangen , En (trekt zich wyd langs s werelds ftratïd 9 Vrye Visje laat u vangen, Zo valt gy in een goede zult door zyn geweld niet flerven, Al raakt gy uit uw Element,vlaar beter Element be- erven , Dat uwe vreemdheid noch niet kend.}y word uit woedend zout genomen, Dat niet als fladig golven deê,Ln zult in t klaare water komen, Van eene ftille en zoete Zee.)aar zal geen eet-op u bejaagen, No
Size: 1439px × 1735px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookauthorluikenjan16491712, bookpu, booksubjectemblembooksdutch