. Cl. Bruins Aanmerkingen, op Otto van Veens Zinnebeelden der goddelyke liefde . met het levendigmakend water vanzyn H. Geefttebefproejen , op dathy menigvuldige vruchtenmag voortbrengen. Wat zullen nu de geeftelyke zaajers maajen?De Propheet zegt, zvcldaadikheid : en den Apoftel, het eeu-t/./tf leever?; hier zullen zy de vruchten van de goddelyke wel-daadigheid genieten, vruchten van een vrolyke hoop op de eeu-wige vruchten, van een geruft gemoed, van vernoegzaamheid,van een veilige befcherming, en van een innerlyke blydfchap envertroofting; en namaals de eeuwige gelukzaligheid, die on-waarde


. Cl. Bruins Aanmerkingen, op Otto van Veens Zinnebeelden der goddelyke liefde . met het levendigmakend water vanzyn H. Geefttebefproejen , op dathy menigvuldige vruchtenmag voortbrengen. Wat zullen nu de geeftelyke zaajers maajen?De Propheet zegt, zvcldaadikheid : en den Apoftel, het eeu-t/./tf leever?; hier zullen zy de vruchten van de goddelyke wel-daadigheid genieten, vruchten van een vrolyke hoop op de eeu-wige vruchten, van een geruft gemoed, van vernoegzaamheid,van een veilige befcherming, en van een innerlyke blydfchap envertroofting; en namaals de eeuwige gelukzaligheid, die on-waardeerlyke vrucht van dien boom , die in t midden van hetParadys Gods ftaat. Myn ziel, volg dan die gelukkige zaajers, ennoch duizendwerf gelukkiger maajers. Laat anderen op hun-nen weg vertrouwen , gelyk de Propheet Hofeas vervolgt, endaarom godloosheid ploegen, om verkeerdheid te maajen , ende leugenvrucht tot hun eeuwig verderf te eeten. Wenteltgynwcn weg op den Hcere, zo zal hy u voor eeuwig gelukkigmaaken. De o. V. Veens Zinnebeelden. 4f De Liefde zaait in een goeden Myn Jefus, houd, myn geeft toch wakker,In t welbezaajcn van myn akker, Door u in goeden ftand gebrast;Befproei hem met den zachten regenVan uw genade en dierbren zegen; Zo fchict hy op, zo krygt hy krachtOm vruchten van t geloof te dragen,Die God, om u, op t hoogft behaagen. En 45 ANMERKINGEN OP j^n wacht u zelven, riat uzo hert niet t^eniger tydbezwaart zvcrdmet brajjery en dronkenlchap , en met zornzuidigheden dcezes Uzens^iegt JeiüsXai^j xxi. -vcks 34. Kiets is er dat de ziel in haar wer-king en befpiegeling meer onderdrukt en belet, dan een vermall:ligchaam ,dat doorlpys en drank is opgevult, janietsis er datonsonbekwaamer totons tydelyk beroep maakt; dan zyn wydie vette en gemefte vogelen gelyk , die hunne vleugelen welkunnen bevveegen, maar zich geen voet boven de aarde verhef-fen. En hoe veelen zyn er die dus den buik tot hunnen Godmaaken, ja eere in die Ichande Hellen; hoe menig iser die zich niet


Size: 1457px × 1715px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1720, booksubjecte, booksubjectemblemsearlyworksto1800