. Dan. Heinsii Lof-Sanck Van Iesus Christus, den eenigen end eeuwigen Son Godes. Met noodelicke Vytleggingen aenvvÿsende den gront van het out Christelick geloof, in den selven vervat . k, fbo menich groote hoopenVün lagers toegeruft end honden ben ontloopen, Een hevet my gedaen, het kleeft my in het hert, Hoe jfiiel dat ick oock loop, noch fhelder is de ben nu ver genoech ontkomen s vyandts handen,Ick loop, ick vlieg, ick ren, door boflchen ende landen, Die my quetft is van hier, ick hebb van haer geen noodt. Maer niet te min is zy de oorlaeck van mijn doodt. ï6. Solatium, non auxil


. Dan. Heinsii Lof-Sanck Van Iesus Christus, den eenigen end eeuwigen Son Godes. Met noodelicke Vytleggingen aenvvÿsende den gront van het out Christelick geloof, in den selven vervat . k, fbo menich groote hoopenVün lagers toegeruft end honden ben ontloopen, Een hevet my gedaen, het kleeft my in het hert, Hoe jfiiel dat ick oock loop, noch fhelder is de ben nu ver genoech ontkomen s vyandts handen,Ick loop, ick vlieg, ick ren, door boflchen ende landen, Die my quetft is van hier, ick hebb van haer geen noodt. Maer niet te min is zy de oorlaeck van mijn doodt. ï6. Solatium, non auxilium. Laffatus gelidis cen>m recreaturin undis:Et tu me laffas unica, tu recreas. Ick ben noch eens ontvlucht, ick ben noch eens ontsprongenDer honden groot gewelt, die my (öo vreeflick hert, mijn hert belwijckt. den adem ben ick quijt,Ick hijg, ick hijg, ick hijg, ick hcbbe geenen ick in die fonteyn mijn tonge wat befproeyen,Die met een facht gedruys gaet door de bloemkens vloeyen.« Ick worde weer gejaecht. het is om niet verfint,Eer t een verdriet ophoudt, het ander weer begint. 17. Les V A N \ Les deux fint im. MINNE. 87 ,18, Cefttarda-pifé,.


Size: 1885px × 1326px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorheinsius, bookcentury1600, bookdecade1610, bookyear1616