. De Dierentuin van het Koninklijk Zoologisch Genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam. Zoos; Birds. pooten zijn elk van vijf teeiien voorzien, die met lange en stevige, tot het graven ingerigte nagels gewapend zijn. De mannetjes hebben aan eiken achterpoot eene doorboorde spoor, in welke zich een vocht uitstort, hetgeen door eene nabijliggende klier afgescheiden wordt. De buidel en zelfs de tepels ontbreken, ofschoon er groote melkklieren aanwezig zijn. Zij hebben, gelijk de vogels en hagedisdieren, een zoogenaamd tweede sleutelbeen, en naderen de vogels bovendien door sommige bijzonder


. De Dierentuin van het Koninklijk Zoologisch Genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam. Zoos; Birds. pooten zijn elk van vijf teeiien voorzien, die met lange en stevige, tot het graven ingerigte nagels gewapend zijn. De mannetjes hebben aan eiken achterpoot eene doorboorde spoor, in welke zich een vocht uitstort, hetgeen door eene nabijliggende klier afgescheiden wordt. De buidel en zelfs de tepels ontbreken, ofschoon er groote melkklieren aanwezig zijn. Zij hebben, gelijk de vogels en hagedisdieren, een zoogenaamd tweede sleutelbeen, en naderen de vogels bovendien door sommige bijzonderheden der weeke binnendeelen. Deze dieren worden in de gevangenschap zeer tam; zij verdedigen zich niet, wanneer zij aangevallen worden, en de mannetjes maken ook nooit gebruik van hunne spoor om hunne aanvallers wonden toe te brengen. Hunne levenswijze en maaksel bieden, volgens de beide soorten, zeer in het oog vallende wijzigingen aan. De eene is het Emd-vogelbek-dier, en draagt in de wetenschap den naam van OrHühorhyncliuH anatinm of «; Dit zonderlinge schepsel heeft eenen platten, op dien cener eend gelijkcnden bek, die de zij randen der onderkaak van dwarsplaatjes voorzien heeft, gelijk aan die, welke men bij de gans- en eendvogels opmerkt, terwijl de weeke huid, waarmede de bek bekleed is, langs de randen der bovenkaak eene soort van lip, en langs den wortel van den geheelen bek eenen breeden uitstekenden, hoornachtigen zoom vormt. De staart is omstreeks half zoolang als de romp, van achteren afgerond, breed, van boven naar onderen zamengedrukt: in een woord, in zijne gedaante gelijkende op dien van den bever; maar hij is, evenals de overige deelen van het ligchaam, digt met glad aanliggend, bruin of donker grijsbruin haar bekleed, hetgeen op de onderzijde van het dier zacht, op de bovenzijde eenigzins hard voor het gevoel is. Er zijn aan eiken poot vijf, aan de voorpooten door zeer groote zwemvliezen vereenigde, met stevige nagels gewapende teenen aanwe


Size: 1594px × 1567px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1800, bookdecade1870, booksubjectbirds, bookyear1872