. Oud-Nederlandsche steden in haar ontstaan, groei en ontwikkeling. ingedeeld in vier nagenoeg vierkante vakken, door halfronde gordelbogengescheiden; het dwarsschip bestond uit een vierkant midden- of kruisvaken twee eindvakken, de koor-uitbouw uit één vak en de halfronde sluiting1);de zijbeuken waren ingedeeld in kleine vierkante gewelfvakken, waarvantelkens twee de breedte hebben van een middenschipsvak, daarvangescheiden door eene kolom met twee rondbogen. i) In de uitgave: „Oude bestaande Gebouwen, van de Maatschappij tot Bevorderingder Bouwkunst, toonen de platen 157 — 161 deze kerk, zoo


. Oud-Nederlandsche steden in haar ontstaan, groei en ontwikkeling. ingedeeld in vier nagenoeg vierkante vakken, door halfronde gordelbogengescheiden; het dwarsschip bestond uit een vierkant midden- of kruisvaken twee eindvakken, de koor-uitbouw uit één vak en de halfronde sluiting1);de zijbeuken waren ingedeeld in kleine vierkante gewelfvakken, waarvantelkens twee de breedte hebben van een middenschipsvak, daarvangescheiden door eene kolom met twee rondbogen. i) In de uitgave: „Oude bestaande Gebouwen, van de Maatschappij tot Bevorderingder Bouwkunst, toonen de platen 157 — 161 deze kerk, zooals zij door den architectJ. Cuypers in 1890 in oorspronkelijken vorm gedacht is. 46 DE GEWEZEN MARIAKERK IN UTRECHT. Kruisvormige pijlers, wier halfzuilen de gordelbogen en wier hoek-geledingen de gewelfribben dragen, vervangen de kolommen der Sint-Pieterskerk. Boven de zijbeuken waren overwelfde galerijen, waarvan terweerszijde ééne bij wijze van dwarsschip, was behandeld, eene speling,waarschijnlijk gevolgd naar de Onze Lieve Vrouwe Kerk te Maastricht,. Afb. N°. kloostergang van de gewezen Mariakerk te Utrecht, naar een photo van omstreeks A°. 1890. uit het begin dier eeuw, die wel is waar geen bo vengalerij en heeft, maarwaarin, misschien wel tot meerderen steun van het overzolderde midden-schip, de midden-travee der beide zijbeuken op dezelfde wijze is opgetrokkenen overwelfd. De boven-galerijen der Mariakerk sloten aan bij die boven hetportaal van den westgevel, terwijl de beide vierkante torens, dienend totopgang en tot plaatsing der klokken, dien gevel en tevens de oostzijdesloten van den zuilengang om een groot open vóórhof, een atrium, zooalsde San Ambrogio te Milaan dit nog heeft. Benoorden tegen de kerk, was de ten deele nog bestaande karakteris- CISTERCIENSER INVLOED. — DE ONZE LIEVE VROUWEKERK IN GRONINGEN. 47 tieke kloostergang, zie at b. N. 198, met een open binnenhof, groot ± 23bij M. en de daarop uitkomende kapittel-gebouwen. Ofscho


Size: 1766px × 1415px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1900, booksub, booksubjectarchitecture