. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 39. — CRUCIFERAE. — 309 eeni^e haren bezette, doch overit^a'iis kale stengels, die boven in vele bloem- takken uitloopen. De wortelbladen zijn groot, breed iangwerpig-lancetvormig, stomp, aan den voet in een steel versmald, iets bochtig of gaafrandig, met enkele haren bezet. De stengelbladen zijn zittend, lancetvormig, den stengel met 2 spitse oortjes omvattend, gaafrandig. De bloemen zitten in trossen aan het eind van den stengel en der takken, de onderste dezer zijn langer gesteeld, zoodat het geheel op een groote tuil gelijkt, zij zijn klein en geel


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 39. — CRUCIFERAE. — 309 eeni^e haren bezette, doch overit^a'iis kale stengels, die boven in vele bloem- takken uitloopen. De wortelbladen zijn groot, breed iangwerpig-lancetvormig, stomp, aan den voet in een steel versmald, iets bochtig of gaafrandig, met enkele haren bezet. De stengelbladen zijn zittend, lancetvormig, den stengel met 2 spitse oortjes omvattend, gaafrandig. De bloemen zitten in trossen aan het eind van den stengel en der takken, de onderste dezer zijn langer gesteeld, zoodat het geheel op een groote tuil gelijkt, zij zijn klein en geel. De bloemsteeltjes zijn kaal, naar den top verdikt. De kelkbladen zijn afstaand, langwerpig, stomp, geelgroen. De kroon- bladen zijn spatelvormig, gaafrandig. De vruchttrossen zijn opgericht, de vruchtstelen omgebogen, omstreeks evenlang als de hauwtjes. Deze zijn langwerpig-knotsvormig, aan den voet meest versmald, met afgeronden top, zijdelings samengedrukt, met bijna gevleugelde randen, hangend, ten slotte zwart (fig. 371). Zij zijn 3-5 mM breed, 1-hokkig, 1-zadig, niet openspringend. De stijl ontbreekt. 6-12 dM. OO. Mei, Juni. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant groeit op onbebouwde plaatsen, op rotsen in Midden- en Zuid-Europa. Bij ons komt de plant zeer zeldzaam voor in de duinen en op enkele plaatsen aan rivieroevers, waar- schijnlijk als overblijfsel van vroegere culturen, de plant werd toch in vroeger eeuwen om het indigogehalte der bladen als verfstofplant Is3tis tinctoria Fig. 371. 35. Myagrum ') ïrii. M. perfoliatum -) L. Myagrum (fig. 372). De plant is blauwgroen, onbehaard. Uit den penwortel komt een rechtopstaande, meest alleen van boven vertakte, los bebla- derde stengel. De wortelbladen zijn bochtig vinspletig, soms liervormig, stomp, in een korten steel versmald. De onderste omgekeerd langwerpige stengelbladen zijn ook nog kort ge- steeld, doch omvatten reeds den stengel met een pijlvormigen voet. Alle hoogere stengelbladen hebben ee


Size: 1425px × 1753px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants