. De flora van Nederland. Plants. 346 MALVACEAE. FAMILIE 48. T. ulmifolia en. is misschien een bastaard van beide. De bladen zijn vrij groot, van onderen en van boven gelijk van kleur, groen, van onderen onbehaard, in de oksels der nerven met licht roestkleurige haar- bundeltjes. De knoppen zijn glad met 2 schubben. De bloemen zijn vrij groot, witachtig, wel- riekend en staan in 5-7-bloemige bijschermen. De vruchten zijn vrij groot, behaard (fig. 415). 18-27 M. K Juni, Juli. Voorkomen in Europa en in Nederland. Deze soort komt ook in bosschen in bijna geheel Europa voor en is bij ons meest aan


. De flora van Nederland. Plants. 346 MALVACEAE. FAMILIE 48. T. ulmifolia en. is misschien een bastaard van beide. De bladen zijn vrij groot, van onderen en van boven gelijk van kleur, groen, van onderen onbehaard, in de oksels der nerven met licht roestkleurige haar- bundeltjes. De knoppen zijn glad met 2 schubben. De bloemen zijn vrij groot, witachtig, wel- riekend en staan in 5-7-bloemige bijschermen. De vruchten zijn vrij groot, behaard (fig. 415). 18-27 M. K Juni, Juli. Voorkomen in Europa en in Nederland. Deze soort komt ook in bosschen in bijna geheel Europa voor en is bij ons meest aangeplant. Tüia intermedia Fig. 415 Familie 48. lalvaceae R. Br. M a 1 v e a c h t i ge n. Bladen handnervig, vaak gelobd tot gedeeld, in den knop waaiervormig opgevouwen, gesteeld, verspreid, met steunblaadjes. Bloemen in okselstandige, vaak tot kluwens vereenigde, ten slotte in schroeven overgaande bijschermen, regelmatig. Kelk 5-slippig, blijvend, vaak met een bijkelk (omwindsel) aan de buitenzijde. Kroonbladen 5, in den knop gedraaid, door de tot een buis verbonden, talrijke meeldraden aan den voet vergroeid. Helmknopjes en het vrije deel der helmdraden in tweeën gespleten (dus ieder helmknopje 1-hokkig). Vruchtbladen vele, tot een veelhokkig vruchtbeginsel verbonden, zelden 5, ieder hokje met 1 of meer eitjes. Stijlen vaak beneden verbonden. Vrucht in een aantal deel- vruchtjes uiteenvallend, die aan den binnenhoek open zijn of een doosvrucht. Zaden zonder kiemwit met gekromde kiem. Biologische bijzonderheden. De bloemen zijn bij deze familie meest groot en levendig gekleurd zoowel door de bloemkroon als door den meeldraad- koker. Zij zijn meestal protrandrische insectenbloemen. De honig wordt tusschen de voeten van ieder paar bloemkroonbladen of aan den voet van den kelk bewaard. Voorkomen. Onder de Malvaceae is een halophyt nl. Althaea officinalis, de meeste Malvasoorten echter zijn ruderalplanten. Tabel tot het determineeren der geslachten der Malvaceae. A. Bijkelk uit


Size: 1425px × 1754px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants