. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . ckte dat hy was de fterckfte van de verdrag: dèen voor en dander naer,.-Te proeven haere kracht op eenen , en blies met volle kaecken,Wierp eycke-boomen om , en hoogh gerefen éyziger terwijl hielt zijnen mantel vaftSpijt wat hy blazen mocht wel ftijf omt lijf è/F/»^nae langh geruys niet ziende te vermogenGaf oorlof dat de Zon nu oo


. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . ckte dat hy was de fterckfte van de verdrag: dèen voor en dander naer,.-Te proeven haere kracht op eenen , en blies met volle kaecken,Wierp eycke-boomen om , en hoogh gerefen éyziger terwijl hielt zijnen mantel vaftSpijt wat hy blazen mocht wel ftijf omt lijf è/F/»^nae langh geruys niet ziende te vermogenGaf oorlof dat de Zon nu ook haer kracht mocht Zon, die zoetelijck uyts Hemels gouden dack,Op t hooft des Reyzenaer s met heete ftralen ftack,Dat zweetende ademloos, zijn kleedren hem verdrooten,En zich van s mantels laft genoodzaeckt was tontblooten.„ Gy die te ftreng regeert,leert wat een macht vermengt„MetReenenzachtigheyd alnuttigheyd toe-brenght.„ Gematighde heerfchappy onbuygelijk liedene„ Veel dragelijcker valt als al te ftrenghgebieden*„ TT gemeene Volck dat haet een al te korten lijn,,j T wil liever zacht geleyd, als hart gedwongen zijn. 12 Warande der i. Vande Mier ende SUlck «en Krekel w&AciHns, die inzijnjeught nietfpaer-de, maer alle daegh luftig ende vrolijck teerde. Na dat hynu alles doorgebracht had, ende niet een lens in de merfshad om by te fetten, foo quam hy tot den Keyfer Tiberium endebegeerd van hem hulpe : maer hykreegh flechsdit antwoort:Lieve gefel, ghy hebt te lang geflapen, u komft is te langh ver-wacht. Nihil optrequefl. Coelius. XII. DE magre Krekel nu van sw intcrs kou befprongen,Zogt aent kloek Mierkenhey]^ tot bedelen gedrongen,En met een heefche ftem viel t bezien dierken aen ;Erbermt u luiFrou Mier! en om een weynigh graenMy ongetrooft niet laet, noch hongers nood bezuren,Mijn armoe wat vervult, en opent uwe t wackcr beeftjen vry van kommer en ellend,Den Kreke/heeft aldus zijn traegheyd voorgewend:Draeght nu verfch


Size: 1720px × 1452px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1680, bookidvorstelijckewara82vond, booksubjectemblems