. Zedelyke en stichtelyke gezangen . dat fchoonfle liefden-Kind,Dat u van eeuwigheid in t licht verklaarde,En uit het noemloos openbaa,rde,Waar in gy t eind van uw begeeren vind;Dat is de Paarel en t Juweel,Dat wy begeeren tot ons herten-deel:Ach Vader hef, beUeft het ons te geeven Op dat zyn licht,In ons mag leeven, Voor uw Aangezicht. G E Z A N G E NJ 6s Zyt gy dat eeuwig Baaren niet?Uit wiens verborgencheid dat alle uit haar dieplle wortel dringen,Waarom gy ook met recht een Vader hict:En zyt gy niet zo na als verd,Ook in het niiddelpunt van s menfchen hert ?Ach laat dan ook alda
. Zedelyke en stichtelyke gezangen . dat fchoonfle liefden-Kind,Dat u van eeuwigheid in t licht verklaarde,En uit het noemloos openbaa,rde,Waar in gy t eind van uw begeeren vind;Dat is de Paarel en t Juweel,Dat wy begeeren tot ons herten-deel:Ach Vader hef, beUeft het ons te geeven Op dat zyn licht,In ons mag leeven, Voor uw Aangezicht. G E Z A N G E NJ 6s Zyt gy dat eeuwig Baaren niet?Uit wiens verborgencheid dat alle uit haar dieplle wortel dringen,Waarom gy ook met recht een Vader hict:En zyt gy niet zo na als verd,Ook in het niiddelpunt van s menfchen hert ?Ach laat dan ook aldaar uw uitverkooren, Beminden Zoon,Toch zyn gebooren , Als het hoogde fchoon. Ach Jezus koftelyk kleinood!Gy zyt de Bruid, of Bruigom, den Beminden;Het lufl ons, u in t hert te vinden,Daar ons begeeren , u, door zuchten, aan, ó levens Vorfl, trek aan,Dat alle deuren voor u open gaan;y hoort de plaats, doet al het vreemde wyke; ó Majefteit!Op dat het blyke Dat gy Koning zyt* vn. €6 Zedelyke en StichtelykïVILBaa wereld». ! JX Heht de nvereli niet lief, noch V f^een in de is .-zo iemand de wereld liefht eft, de liefde des Vaders i • metin bem, JVant al dat in de wereld is, [naamelyk] de he^ groots-heid des levens, is niet uit den Vader, maar is uit de five-reld. En de wereld gaat joorby, en baarc hegeer lykbetd:maar die Gods wil doet, bl^ft in der eeuwigbad. i :IS 16,17. Hec C E Z A N G E M. êi Het verzaaken van alle aardfe beter ziet, Tot beter vlied. Toon: Ay fchoone Nimph aanziet een machtigKoning. V aar heen, vaar heen, ó wereld, die ik minde^ Toen ik niet beter wiil,Uw zyde fnoer zal my niet langer bindc, Met fchoone fchyn en heen, vaar heen, nuwilik u begeeven. Eer dat gy wereld my verltat,En als een fchaduw heenen gaat, Van t aardfe leven. 2. Uw aangczicht,vermomt met fchoonbekooren , Is leelyk in der daad;En wyl gy ons ontmaskert komt te voorcn, Verdiend gy onzen ha
Size: 1438px × 1738px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., booksubjectemblems, booksubjectjesuschrist, booksubjectmysticism