. Bellerophon, of, Lust tot vvysheyd : begrijpende veel zeedighe, stichtlijcke en leerlijcke sinne-beelden met haere verklaringhen . ï/jDie met een milde gift en open hert wil geven,Haer naeften, die verlmacht fchier door gebrecklijckheyd, V milde en rijpe gift fal in den Hemel vlieghen,En van Godts trouwe handt fèer rijck gefegent zijn,Zijn vaft ontwijflij ck woort en kan niet ijdlijck lieghen,Want zijn belofte ftaet in daed en niet in Ichijn. „ V overfchot hefteed, aen Ouders, vrienden^ Macren „ Of die de armoe druckt met pijnelijck verdriet,,, Verhoort haer droeve rucht,en ftelpt haer naere


. Bellerophon, of, Lust tot vvysheyd : begrijpende veel zeedighe, stichtlijcke en leerlijcke sinne-beelden met haere verklaringhen . ï/jDie met een milde gift en open hert wil geven,Haer naeften, die verlmacht fchier door gebrecklijckheyd, V milde en rijpe gift fal in den Hemel vlieghen,En van Godts trouwe handt fèer rijck gefegent zijn,Zijn vaft ontwijflij ck woort en kan niet ijdlijck lieghen,Want zijn belofte ftaet in daed en niet in Ichijn. „ V overfchot hefteed, aen Ouders, vrienden^ Macren „ Of die de armoe druckt met pijnelijck verdriet,,, Verhoort haer droeve rucht,en ftelpt haer naere klagen,,, Want die den Armen helpt lal Godt verlaten niet. „ De vrecke die verlieft,zijn goedren int veripaeren,„De gever woeckertftaegh, en helpt elckeen in noodt:^, Lijn heyl dat vloyt hem toe gelijck de waterbaeren,^p En zijnen loon geniet hy eyndlijck naede dood. E 3 BELLEROTHOH heeft een roede tot zijn eyghen aers ghemaeckt. Plinius lib. 4. Capit. S. GeltjckPerillus de?iTyranVhzhndi >^7;/ Sialicn (om lit hy de arme vienfchen temeer ppiighenfoudc)fchonckeen hoperen ftierMrtn de ellemlt^he met een hefondcr gheloy [ouden yer- brand werden , foo is hy door ^jn eyghen hnft daer in terfl om^ g€komm: JlfooUt dickwtjls een\jnade r.^etjlagh ofdenhp^ desraet^eyers. LVST TOT HOeeenen qiiaden racd Tcriilus hadgegeven,Thalaridi die Wreed en leer blocd-dorftigh was,Waer med hy zijn gemeent bracht wredehjc om ^t leven,Daer ^enll Meefter van en oock de vinder was. Zijn vleijen konde niet des Konincx fin hy had defe kuyl gedolven en ontdaen,De opgeworpe fleen die viel hem (elf te pletten,Want in zijn eyghen ftrick daer is hy ia vergaen. „ Houd u gemoed in toom en breydelt ftaegh u finney^ Brenght oock ii dwaellijck werck, met haeillijck voor den dagh,„ Herkaut u doen met fout^eer ghy jet gaet beginnen,^y Want lotte en quade racd die eyndicht met beklagh. BELLEROPHON, of XIX. Te veel i


Size: 1734px × 1441px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1600, bookdecade1610, booksubjectemblems, bookyear1614