. Album der Natuur. HOE DE PLANTEN REIZEN. 237 gehoopt zien zitten. Die bloempjes ontluiken reeds, wanneer de bla- deren nog in diepen slaap gedompeld zijn. Zij bloeien echter niet lang, die dartele Maartkinderen; vluchtig is hun bestaan, even als de enkele verkwikkende dagen, die allicht nog door kille sneeuw en scherpe kou gevolgd worden. Weldra is aan hun kort- stondig leven een einde gekomen; maar toch, zij leven voort, zij leven voort in millioenen kleine vruchtjes, die weldra in hunne plaats ver- schijnen. En reeds tegen 't laatst van Mei, wanneer de bladeren pas hun dicht winterpak afwe
. Album der Natuur. HOE DE PLANTEN REIZEN. 237 gehoopt zien zitten. Die bloempjes ontluiken reeds, wanneer de bla- deren nog in diepen slaap gedompeld zijn. Zij bloeien echter niet lang, die dartele Maartkinderen; vluchtig is hun bestaan, even als de enkele verkwikkende dagen, die allicht nog door kille sneeuw en scherpe kou gevolgd worden. Weldra is aan hun kort- stondig leven een einde gekomen; maar toch, zij leven voort, zij leven voort in millioenen kleine vruchtjes, die weldra in hunne plaats ver- schijnen. En reeds tegen 't laatst van Mei, wanneer de bladeren pas hun dicht winterpak afwerpen en zich de leden beginnen uit te rekken, fladderen die vruchtjes, zelfs bij stil weder, ons in menigte om het hoofd, tot zij eindelijk op de straat of in het water nedervallen. Wij rapen er een paar van op, om die van nabij te bezien, en nu blijkt ons dat zij volkomen plat en eenigszins langwerpig rond, som- mige min of meer hartvormig zijn (fig. 1); voorts dat zij uit een zeer Kg. 1. dun, lichtbruin en geaderd vliesje bestaan, dat zelfs een kind, bij de minste poging daartoe, een eindweegs kan wegblazen. In het midden echter bespeuren wij een kleine verhevenheid; zij zijn daar iets dikker en harder, wijl daar, tusschen dat vliesje, één zaadkor- rel besloten is. Zien wij nu, bij volkomene windstilte, deze vruchtjes slechts zeer langzaam, tuimelend als een klein vedertje, Vrachtje nedervallen en een eindweegs van den stam terecht van den lep. komen, dan behoeven wij niet te vragen hoe dat gaat, als zij door een stevigen wind van den boom afgeschud, of, bij droog weder, van den grond opgenomen worden; zij stijgen dan vrij hoog in de lucht op en fladderen een heel eind ver weg. Het dunne vliesje echter is oorzaak dat zij, als het regent, vlak aan den grond vast- kleven, zoodat het water daar plaatselijk niet zoo spoedig verdampt: beide hulpmiddelen die de ontkieming zeer bevorderen. Het verdient intusschen opmerking, dat, hoe goed de I e p ook bij ons groeit, zoo- dat hij a
Size: 1256px × 1990px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bhlconsortium, boo, bookcollectionbiodiversity, bookleafnumber265