. Zederyke zinnebeelden der tonge . zoekt, meer dan genoeg komt. T a EEN- z9i ZINNEBEELDENEENZYDIGHEIDT. Non fors yfed pondera vertunt. jL/e lóiTe jongeling, Vorzót op t dobbelen, met kaart en taereling, Vindt 21ch hier ganfch bedroogen Door t telkens werpen van zeer laage en weinige oogen In zyne meening van te winnen koek óf geldt; Wes hy op t fmakbórdt fcheldt, En meenend, dat t geval hem beter kans zal leenen, Schudt en omhutzelthy, ioo veel hy kan, deneenen; Mair óf hy hardt óf zacht haar uitwerpt, t is al een, Wy 1 de ingegoote ftóf drukt t hoogh getal beneên. Van deezer fteenen aart zyn


. Zederyke zinnebeelden der tonge . zoekt, meer dan genoeg komt. T a EEN- z9i ZINNEBEELDENEENZYDIGHEIDT. Non fors yfed pondera vertunt. jL/e lóiTe jongeling, Vorzót op t dobbelen, met kaart en taereling, Vindt 21ch hier ganfch bedroogen Door t telkens werpen van zeer laage en weinige oogen In zyne meening van te winnen koek óf geldt; Wes hy op t fmakbórdt fcheldt, En meenend, dat t geval hem beter kans zal leenen, Schudt en omhutzelthy, ioo veel hy kan, deneenen; Mair óf hy hardt óf zacht haar uitwerpt, t is al een, Wy 1 de ingegoote ftóf drukt t hoogh getal beneên. Van deezer fteenen aart zynheeden ook veel luiden, Die wat men hun beduiden, En tegenwerpen magh voor reden en befcheidt, Vol waan en kóppighcidt Van hun gedaane keur en (luk nooit zullen wyken, Hoe veele en klaare blyken Van hun verkeerdt begrip zich opdoen, enbeleïdt, Wes ieder een hen fchuwt om hunne eenzydigheidt,En, als een dobbelaar verfoeit de valfche fteenen,Lacht met den kreuplen dwaas, die geenen kruk wil lee-nen. Ho- der T O N G E. 2P5. Homine imperito nunquam qutcquam hjuftius:Q*i, nifi quod itfe fech, nihil reduin putat. Terintiüs in Adelph. A&. t; Scen. 2. Aan 2P4 ZINNEBEELDEN /\ an beide zyden mank te gaan, aan weerkanten tehinken, en mooy meutje te fpeelen, het zy in den da-gelykzen ommegang, of in de behandeling van slandtszaaken , en woelende tweefpalt der onderzaaten, is al-toos voor een zeker bewys van een gering ofte geraakt▼erftandt gehouden, ende een dubble tonge te gebrui-ken voor een klaare blyk gehouden van een bednege-lyk gemoedt: Dus is het ook een klaarlichtendefpiegeivan ftyfhoofdigheiët en eenzinnige harzenen, dat menin alle voorkoomende zaaken en redeneeringen zicheenzydigh betoont, (even gelyk de vervalfchte dobbel-fteenen , die, hoe lang ze ook omgehutzelt mogen wor-den, en hoedanigh uitgeworpen , echter of hooge, otlaa^e ooeen zullen loopen, naar dat zy aanbeiteedtzynte maaken, zonder eens tuflchen beiden te loopen) en-de dat men door zyne drittïgheïdt g


Size: 1600px × 1561px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorfolkemajacob169217, bookdecade1710, booksubjectemblems