. Spiegel van het menselyk bedryf: vertoonende honderd verscheiden ambachten, konstig afgebeeld en met godlyke spreuken en stichtelyke verzen verryke . , en Weelig paardWord nochtans van den man bereeden, Betoomd, bezadeld, en bedaard:Zo moeft de geeft, door hooge reden, Zyn wilde dier van vlees en bloed Betemmen, om een eeuwig goed. H Psalm ioó Spiegel van het Psalm LI: 13. \^erwerp my niet van uw aangezicht: en neemuwen Heiligen Geelt niet van my. Jeremias VI: 29. De blaasbalk is verbrand , het loot is van t vuurverteerd: te vergeefs heeft [de fmelter] zo vlytig-lyk gcfmolten, dewyl de boozc


. Spiegel van het menselyk bedryf: vertoonende honderd verscheiden ambachten, konstig afgebeeld en met godlyke spreuken en stichtelyke verzen verryke . , en Weelig paardWord nochtans van den man bereeden, Betoomd, bezadeld, en bedaard:Zo moeft de geeft, door hooge reden, Zyn wilde dier van vlees en bloed Betemmen, om een eeuwig goed. H Psalm ioó Spiegel van het Psalm LI: 13. \^erwerp my niet van uw aangezicht: en neemuwen Heiligen Geelt niet van my. Jeremias VI: 29. De blaasbalk is verbrand , het loot is van t vuurverteerd: te vergeefs heeft [de fmelter] zo vlytig-lyk gcfmolten, dewyl de boozc niet afgetrokkenzyn. JoiNNEs III: 8. De wind blaafl waar heen hy wil, en gy hoortzyn geluit, maar gy weet niet van waar hy komt,en waar hy heen gaat: alzoiseeniegelykdieuitden geelt gebooren is. Romeinen VIII: 14,15. Want zo veele als er door Gods Geeft geleidworden, die zyn kinderen Gods. Want gy hebt niet ontfangen den geeft derdienstbaarheid wederom tot vreeze: maar gy hebtontfangen den geelt der aanneem ing tot kinderen,door welken wy roepen, Abba, Vader. Haal, Menselyk Bedryf. 107*D e , door uw zucht, Uit God uw De lucht, ter blaasbalk uitgedreeven,Geeft aan het vuur een luchtig leven : - ■ o Heilge lucht uit Gods natuur !Die t Pinksterfeeft zo ichoon bewaaidc,En vuurgc tongen Blaas eeuwig in ons zielenvuur. H % Lv- 108 Spiegel van het Lukas XVI: 8. JE n de Heere prees den onrechtvaardigen rcnt-meeller , om dat hy voorziehtelyk gedaan had:want de kinderen deezer wereld zyn voorzichti-ger , dan de kinderen des lichts in hun gellacht. Romeinen II: 2,9. Maar die is een Jood,die het in t verborgen is,ende befnydenis des herten, in den geelt, niet [in de]letter [is de befnydenis:] wiens lof niet is uit demeniën, maar uit God. En Kap: XII: 1. Ik bid u dan , broeders , door de ontfermin-gen Gods, dat gy uwe lichaamen fielt tot een lee-vende, heilige, [en] God welbehaagelykeofter-hande, [welke is] uweredelykegodsdienit. I Thessalonis


Size: 1471px × 1698px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., boo, bookauthorluikencaspar16721708, bookauthorluikenjan16491712