. Naukeurige beschrijvinge der Afrikaensche gewesten van Egypten, Barbaryen, Libyen, Biledulgerid, Negroslant, Guinea, Ethiopiën, Abyssinie ... : getrokken uit verscheyde hedendaegse lantbeschrijvers en geschriften van bereisde ondersoekers dier landen . deCfo-fiW^ödaerop, zymet in hunlant te blijven , by de vol-ken int Weften in aenzien en acht-baerheit waren; maerquaemtdat zyoptrokken, en hun klein gevolgh zou-den laten zien, daer door lichtelijk allehun achtbaerheit verliezen: daer ombeft was te blijven zitten,en het lant enmacht alleenlijk vandeene zijde te la-ten zien. Ter zelffter oorza


. Naukeurige beschrijvinge der Afrikaensche gewesten van Egypten, Barbaryen, Libyen, Biledulgerid, Negroslant, Guinea, Ethiopiën, Abyssinie ... : getrokken uit verscheyde hedendaegse lantbeschrijvers en geschriften van bereisde ondersoekers dier landen . deCfo-fiW^ödaerop, zymet in hunlant te blijven , by de vol-ken int Weften in aenzien en acht-baerheit waren; maerquaemtdat zyoptrokken, en hun klein gevolgh zou-den laten zien, daer door lichtelijk allehun achtbaerheit verliezen: daer ombeft was te blijven zitten,en het lant enmacht alleenlijk vandeene zijde te la-ten zien. Ter zelffter oorzake wortniet toegelaten,dat de volken, Noort-waerts aengelegen,door t lant heen nadOofterfche geweften trekken,gelijkook dOofterfche volken niet vermo-gen gezanten of koop-luidendoor het lant by de Wefterfche vol-ken trekken; namelijk, eensdeelsomt geheim en gelegentheit van den ftaetniet tontdekken,als anders ornt voor-deel en genot; naerdien de rijkdomder Kquojas daer voornamelijk in zy de waren,die dOofterfchevolken hebben, en by de Wefterfchebegeert zijn, ontfangen en uitreiken >desgehjx de waren,die zy van de We-fterfche ontfangen , tegen dEuropi-fche waren , by dOofterfche volkenbegeert, uitgeven. Van gelijken wort by. >y de volken van de boven-landenüet toe-gelaten, dat de Kquojas doornun Iant trekken, tot de volken, dienoch hoger wonen : want het is een?lyzonderegunftcdatde Koning vantquoja heeft mogen aenvaerden tenl/ij ve de dochter van den Koning van:ktae«,daerenboven door het lant vanie Folgias gaen en komen; en dat derouwe, na verloop vanjaren, magh totlaere ouders trekken,en wederom ko-né .De beftiering en heerichappye de-ter landen, als Kquoja,Folgia, Manou,;n Hondo, heeft zich in dezer Koningrijk van Kquoja-Ber-oma, of lant van Kquoja, wort hedenieftiertdooreenen Koning, met denijtel v an 1)ondagh, genoemt Flamboe-e, de vierde, zoons-zoon van eenenlokwalla, welke Bokwalla (^eertijts:enoverftederAöw«, maerdoordeJolgias n


Size: 1697px × 1472px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthordapperol, bookcentury1600, bookdecade1660, bookyear1668