. Beschryving van Ysland, Groenland en de Straat Davis. : Bevattende zo wel ene bestipte bepaling van de ligging en grote van die eilanden, als een volledige ontvouwing van hunne inwendige gesteltenis, vuurbrakende bergen, heete en warme bronnen enz. een omstandig bericht van de vruchten en kruiden des lands; .... Anderson, Johann, 1674-1743; Natural history; Natural history; Eskimo languages; Indian linguistics; genealogy. *an. YSLAND. 39 Das noemt men zodanige vederen , welke die vogel zich in den broeityd uitplukt, om daar mede zyn neft, uit kleine bies- jes zaamgevlochten, tot gemak en war


. Beschryving van Ysland, Groenland en de Straat Davis. : Bevattende zo wel ene bestipte bepaling van de ligging en grote van die eilanden, als een volledige ontvouwing van hunne inwendige gesteltenis, vuurbrakende bergen, heete en warme bronnen enz. een omstandig bericht van de vruchten en kruiden des lands; .... Anderson, Johann, 1674-1743; Natural history; Natural history; Eskimo languages; Indian linguistics; genealogy. *an. YSLAND. 39 Das noemt men zodanige vederen , welke die vogel zich in den broeityd uitplukt, om daar mede zyn neft, uit kleine bies- jes zaamgevlochten, tot gemak en warmte van zyne eyeren en jongen te Vullen; weshalven de Yilanders, die naby de fcheren en eilandtjes wonen, alwaar de Enden zich voornamelyk ont- houden , de netten, als de jonge Enden uitgevlogen zyn., naar- ftig zoeken,dat Dons ofdiepluimvederen voorzichtig wegnemen, en 3 dewyl zy vol mos en ttroo zyn, op horden drogen en rei- nigen. In het tegendeel zyn van geen deugd , die op andere tyden, en inzonderheid een doden vogel uitgeplukt worden; vermits zy vet zyn, en welhaatt vervuilen. Doch van het ver- zameld Eiderdons blyft zeer weinig in het land. Het meefte word, vermits het redelyk duur uitgevoert kan worden , aan de deenfche kooplieden verkogt, die het medenemen en met goed voordeel niet alleen in Denmarken , maar noch meer bui- ten 's lands verkopen. Hier van kan Luca Debcs Fmroa refera> ta, p. 127 nagelezen worden. Men heeft my van dien Eyder- vogel noch deze byzondere eigenfchap verhaalt, dat hy niet al- leen gemenelyk vele en langwerpige donkergroene eyeren legt, maar ook, als men een Hokje van een half el lang midden in het neft fteekt, ('t geen enigen doen, vermits de eyeren van een ongemeen aangenamen fmaak zyn) hy buiten gewoonte legt, en niet ophoud, dan tot dat het boveneinde van het ftokje met eyeren bedekt is,op dat hy 'er boven op zoude konnen zitten, waar door de vogel zich zodanig verzwakt , dat hy 'er van fterft. § XL VII. Enige der Duikelaars zyn ook ee


Size: 901px × 2774px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., booksubjectindianlinguistics, booksubjectnaturalhistory, bookyea