Reizen naar de landengte van Suez, Egypte, het Heilige Land . gting steken; voortseen kerkhof, eenige palmboomen, ziedaar het uiterlijkevan bijna alle dorpen. Des namiddags van den 28sten November 1855 kwa-men wij te Shioud (het Lycopolis der ouden) aan, waarde boot dien nacht bleef. Het is de hoofdplaats derprovincie met ongeveer 20 000 inwoners; wij ontvingeneen bezoek van den gouverneur, die hier zijne residentieheeft, en gebruikten onzen overigen tijd om de staden den bazar te bezigtigen. Shioud is op een kleinen afstand van den oever desNijls gelegen. Een breede dijk, hier en daar met hoo


Reizen naar de landengte van Suez, Egypte, het Heilige Land . gting steken; voortseen kerkhof, eenige palmboomen, ziedaar het uiterlijkevan bijna alle dorpen. Des namiddags van den 28sten November 1855 kwa-men wij te Shioud (het Lycopolis der ouden) aan, waarde boot dien nacht bleef. Het is de hoofdplaats derprovincie met ongeveer 20 000 inwoners; wij ontvingeneen bezoek van den gouverneur, die hier zijne residentieheeft, en gebruikten onzen overigen tijd om de staden den bazar te bezigtigen. Shioud is op een kleinen afstand van den oever desNijls gelegen. Een breede dijk, hier en daar met hoo-rnen beplant, leidt naar de stad. Wij begaven ons tepaard er naar toe, waarvoor de gouverneur der pro-vincie ons de noodige paarden gezonden had. De paar-den waren zeer goed en acht mannen, mede te paard,met lange stokken gewapend, openden onzen optogtom overal plaats te maken. Zoo reden wij door de stadweder naar buiten naar eene grot, die hier onder demerkwaardigheden behoort, waarvan echter weinig tezeggen valt, dan dal men er een uitnemend fraai gezigt. 87 geniet op de stad en op het bijgelegen uitgestrekte kerk-hof met een ontelbaar aantal graftomben. Men zegt,dat men in deze graven raummis vindt van wolvenen jakhalzen, waardoor de oude naam van Lycopolis(stad der wolven) zou verklaard worden. In de grotbij Shioud zag ik voor het eerst een schorpioen, welkgevaarlijk diertje, waarvan de beet dikwijls doodelijkis, ik nog niet ontmoet had. Een van onze ezeljongenssloeg het beestje met een steen dood. Na de grot bezigtigd te hebben, waarin men vanbinnen nog eenige gebeeldhouwde versierselen vindt,waarvan echter zeer weinig is overgebleven, keerdenwij over het kerkhof terug, nu en dan in vliegendengalop tusschen de graven doorrennende; weldra bevon-den wij ons weder aan boord, alwaar wij een tweedebezoek van den gouverneur ontvingen. De avond wasweder heerlijk en zeer lang bleven wij nog op het dekonder de met lantarens verlichte tent onder een aan-genaam gesprek en het genot


Size: 1230px × 2032px
Photo credit: © The Reading Room / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1800, bookdecade1850, bookpublishersgrav, bookyear1859