. Leerzaame zinnebeelden . , in t herte wierd ontroerd, Word eindelyk zo wyd vervoerd,Dat hy er ftoutlyk op zal roemen. Elk, wien dit ftuk ten herte gaat, Roept nevens my, ó droeve ftaat!W yl licht de reden kan befeffen, Dat, hoe t gevoel te minder nypt, Hoe s menfen ramp te meerder rypt,En des te wifler hem zal treffen. Maar fchrikt ge, ó mens, voor t ongeval, Dat zulk een ziel bezuuren zal,Laat door het Goddelyk vermaanen t Gemoed in tyds ten befte raan, En fchrik voor alle booze daan, Die ZINNEBEELDEN. 143 Die t pad tot zulk een jammer baanen. Begeert gy een gewiflen raad, Wacht, wacht 11 v


. Leerzaame zinnebeelden . , in t herte wierd ontroerd, Word eindelyk zo wyd vervoerd,Dat hy er ftoutlyk op zal roemen. Elk, wien dit ftuk ten herte gaat, Roept nevens my, ó droeve ftaat!W yl licht de reden kan befeffen, Dat, hoe t gevoel te minder nypt, Hoe s menfen ramp te meerder rypt,En des te wifler hem zal treffen. Maar fchrikt ge, ó mens, voor t ongeval, Dat zulk een ziel bezuuren zal,Laat door het Goddelyk vermaanen t Gemoed in tyds ten befte raan, En fchrik voor alle booze daan, Die ZINNEBEELDEN. 143 Die t pad tot zulk een jammer baanen. Begeert gy een gewiflen raad, Wacht, wacht 11 voor t begin van t kwaad,Geef vlytig acht op plaats en tyden: Zie toe, waar de ongerechtigheid Argliftig haare laagen leit,En leer t gevaar omzichtig myden. Gelukkig, die, van wyzer geeft Bezeten, dan het domme beeft,Des jaagers fchichten weet te ontvlieden! Al word het vluchten meeft verfmaadj Hier is t de befte toeverlaat,En de allermeefte weêrftand bieden. Het 144 LEERZAAME Het XXXIVfte ZINNEBEELD, De gryze Broeders, wordgeene kinderen in het verjland: maar zyt kin-deren in de boosheid, en word in het verjland volwajjen. i 20. Want gy, daar gy leeraars behoorde te zyn van wegen den tyd,hebt wederom van nooden, dat men u leer e, welke de eerjle be-ginselen van Gods woorden zyn : en gy zyt geworden [als ] diemelk van nooden hebben, en niet vajle fpyze. Hebr. v. 12. O? ZINNEBEELDEN. 145- Op het XXXIW ZINNEBEELD. De levenskracht, die in het kindNcch zwak en teder zich bevind,Eift veelerlei behulpzaamheden Van leiband, loopftoel, en wat meer Kan dienen, dat het kindje leerOp zyne voeten ftaan, en treeden. Maar als men eens een gryzaard zag, Die in zyn hoogbejaarden dagDus eerft het leven aan ging vangen, En, als een kind in zynen ftand, Een loopftoel noodig had, of band,Tot ftutfel voor zyn zwakke gangen, Verwondering zou t hert verdaan, En doen als opgetoogen laat het uwe ziel niet kwellen, O Waereldling, als gy bevind, Dat Wy met zulk een ouden


Size: 1808px × 1381px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1710, booksubjectallegories, booksubjectmoraleducation