. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 9. CONIFERAE. 245 van, dat zijn vlccscti er naar smaakt. Do zaden hebben een vaste schil, zoodat zij onverteerd niet de uitwerpselen het vogellichaam verlaten en zoo verspreid worden. De bessen van deze plant worden in de jeneverstokerijen gebruikt. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa voor, zoowel als onderhout in weinig beschaduwde bosschen als in heiden en op hoogveengrond. Zij is bij ons vrij algemeen. Volksnamen. In Drente, Salland, de Graafschap Zutphen en op de Veluwe spreekt men van dambeeren, in Salland ook van d


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 9. CONIFERAE. 245 van, dat zijn vlccscti er naar smaakt. Do zaden hebben een vaste schil, zoodat zij onverteerd niet de uitwerpselen het vogellichaam verlaten en zoo verspreid worden. De bessen van deze plant worden in de jeneverstokerijen gebruikt. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa voor, zoowel als onderhout in weinig beschaduwde bosschen als in heiden en op hoogveengrond. Zij is bij ons vrij algemeen. Volksnamen. In Drente, Salland, de Graafschap Zutphen en op de Veluwe spreekt men van dambeeren, in Salland ook van dampol, in het Oostelijk deel van Overijsel en Gelderland van wakel. in Twente van kwakel, in Salland en Zuid-Limburg van jeneverstruik, in Limburg en het Oostelijk deel van Noord-Brabaiit van 3. Pinus ') Tril. Den. Altijd groene boomen met schijnbaar kransstandige takken. Alleen de zeer jonge plant draagt aan de hoofdas bladen, later heeft deze, zoowel als de hoofdtakken, alleen droogvliezige schubben en in hunne oksels ont- staan korte takjes, waaraan zich boven eenige schubben (naaldscheeden) eenige lange, naaldvormige bladen bevinden. De scheeden blijven als een buisje de naalden omhullen. Bladen aan de onderzijde vlak of gegroefd, met harsgangen. Bloemen eenhuizig. Mannelijke bloemen in groot aantal aan den voet van jonge lange tak- ken, ledere bloem bestaat uit een spil met vele eironde of langwerpige, tweehokkige, kortge- steelde helmknopjes (fig. 153). De hokjes sprin- gen overlangs open. Ieder helmknopje heeft een opgestulpte, half cirkelvormige of cirkelvormige, vliezige topschub (fig. 153). Het stuifmeel is van 2 luchtblazen voorzien. Vrouwelijke bloemen meest meer bijeen aan den top van jonge, lange takken. Zij zijn tijdens den bloeitijd opgericht, doch buigen na de bestuiving neer. De eitjes zitten op een vruchtblad, dat in den oksel van een schutblad zit. Als de zaden rijp zijn, is het schutblad zeer klein ten opzichte van de vruchtschub (vruchtblad) en


Size: 1762px × 1417px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants