. De flora van Nederland. Plants. I^atrachiuza Baudatii Fig. 233. plant komt vooral in Westelijk-Europa voor. In ons land schijnt zij vrij zeldzaam te zijn en bijna alleen op het diluvium voor te komen. B. tripartitum ')D. C Driedeelige waterranonkel (fig. 232). Voorkomen in Europa en in Nederland. Plaat- selijk komt deze plant voor in Spanje, Frankrijk en Engeland. Bij ons is zij alleen gevonden op Texel (1881). B. salinum -) Sur. Zilte waterranonkel <fig. 233). Voorkomen in Europa en in Nederland. Zij is langs de zeekust in geheel Europa bekend en komt ook bij ons , vrij zeldzaam , vooral


. De flora van Nederland. Plants. I^atrachiuza Baudatii Fig. 233. plant komt vooral in Westelijk-Europa voor. In ons land schijnt zij vrij zeldzaam te zijn en bijna alleen op het diluvium voor te komen. B. tripartitum ')D. C Driedeelige waterranonkel (fig. 232). Voorkomen in Europa en in Nederland. Plaat- selijk komt deze plant voor in Spanje, Frankrijk en Engeland. Bij ons is zij alleen gevonden op Texel (1881). B. salinum -) Sur. Zilte waterranonkel <fig. 233). Voorkomen in Europa en in Nederland. Zij is langs de zeekust in geheel Europa bekend en komt ook bij ons , vrij zeldzaam , vooral op zeeklei voor. B. aquatile "â ; Dum. Gewone waterranon- k e 1 (tig. 234 en 235). Voorkomen in Europa en in Nederland. De ondersoort heterophyllum "*) komt in geheel Europa voor, de ondersoort trichophyllum^) is echter meer tot Midden-Europa beperkt. In ons land is de ondersoort heterophyllum algemeen op allerlei gronden, de ondersoort trichophyllum is vrij algemeen , doch vooral op kleigrond en in de duinen. 7. Ranünculiis'^) L. Boterbloem. De verschillen met het geslacht Myosurus zijn reeds bij Batrachium vermeld, van dit laatstgenoemde geslacht, onderscheidt zich Ranunculus, doordat de er toe behoorende planten landplanten zijn, d. w. z. althans een deel hunner bladen (en ook de bloemen) zich buiten het water verheffen en deze gele bloemen hebben. Verder zitten aan den voet der bloemkroon- bladen bijna steeds door een schubbetje bedekte honiggroefjes en staan de vruchtstelen rechtop. De bloembodem bolvormig, kegelvormig of cylindrisch. De vrucht- jes zijn meestal niet overdwars gestreept of ge- rimpeld. Biologische opmerkingen. Bij vele Ranunculus- â soorten sluiten zich bij regenachtig weer en ook des avonds de bloemen en krommen zich de bloemstelen, zoodat de bloemen knikkend worden. Hierdoor is het stuifmeel beschut tegen vocht. Sommige soorten zijn bepaald vergiftig, andere bevatten scherpe stoffen, zoodat dan ook alle boterbloemen door het vee worden ve


Size: 1237px × 2020px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants