. De flora van Nederland. Plants. 3. Syringa-) L. S. vulgarls â ) L. Sering (fig. 55). Deze heester heeft roodachtige takken bij de exemplaren met gekleurde bloemen of groene bij de ex. met witte bloemen. De jonge takjes zijn behaard. De bladen zijn tegenoverstaand, afvallend, gesteeld, rondachtig of eirond, met hartvor- migen voet, gaafrandig, spits, onbehaard, aan weerszijden gelijk gekleurd. De bloemen staan in eindelingsche, dichte pluimen en zijn welriekend. De kelk is klein, blijvend, 4-tandig. De bloem- kroon is trompetvormig met verlengde buis en 4 uitgespreide, eironde, uitgeholde sli
. De flora van Nederland. Plants. 3. Syringa-) L. S. vulgarls â ) L. Sering (fig. 55). Deze heester heeft roodachtige takken bij de exemplaren met gekleurde bloemen of groene bij de ex. met witte bloemen. De jonge takjes zijn behaard. De bladen zijn tegenoverstaand, afvallend, gesteeld, rondachtig of eirond, met hartvor- migen voet, gaafrandig, spits, onbehaard, aan weerszijden gelijk gekleurd. De bloemen staan in eindelingsche, dichte pluimen en zijn welriekend. De kelk is klein, blijvend, 4-tandig. De bloem- kroon is trompetvormig met verlengde buis en 4 uitgespreide, eironde, uitgeholde slippen, zij is lichtblauw, lila, violet, purperviolet of wit. De meeldraden zijn ingesloten. De stempel is 2-spletig. De vrucht is eirond-langwerpig, samen- gedrukt, lederachtig, geelachtig, 2-hokkig (fig. 55). De hokjes zijn 2-zadig, de zaden gevleugeld, h. 3-6 M. Mei, Juni. Voorkomen in Europa en in Nederland. De heester is inheemsch in Zuid-Hongarije, doch bij ons als sierstruik alge- meen aangekweekt en soms verwilderd. Volksnamen. De naam sering is algemeen in gebruik. In Friesland, op de Veluwe, in de Duinstreek en in Zuid-Limburg noemt men haar nagelbloem, in Groningen sireen, in Gelder- land zuiglammetjes, in de Noord-Betuwe kattestaart, in de Betuwe kennekesbloem, in den Achterhoek van Gelderland nageltakken, in Limburg, Noord-Brabant en Zeeuwsch-Vlaan-. Syringa vulgaris Fig. 55. ') Ornus = op bergen groeiend. -) van het Grieksche syrinx: fluit, omdat uit het hout fluiten gemaakt werden. De nymf Syrinx werd door de Goden, om haar aan den haar vervolgenden Pan te doen ontkomen in riet veranderd, wat dezen God tot de uitvin- ding der Pansfluit bracht, die het ruischen van den wind in het riet moest nabootsen. â ') vulgaris = gewoon. Heikels, Flora. III. 4. Please note that these images are extracted from scanned page images that may have been digitally enhanced for readability - coloration and appearance of these illustrations may not perfectly resemble the original work
Size: 1415px × 1766px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants