. Bloem-tuintje : bestaande in twee deelen : het eerste in innerlyke bedenkingen, en geleikenissen, het tweede in eenige zang- en lees-rymen . enkt, al dott hy juilt geen hy nochtans geen quaad en doetEn veele zonden dus verfchoont,En *t quaad niet zo het is vertoont,En zo hem zelven zachjes vleit,En zich gerullig neder lelt,En hem zo niet, of wynig weert,Wort haait van zonden overheert;Het quaad heett wel een kleen begin jMaar t kruipt gedung verder in,Jat wort ten leften wel zo groot,Dat hy al levende is doodt Nu 20 de menfch niet fiapen wil;Zo moet hy nimmer wezen llil;Maar tot het
. Bloem-tuintje : bestaande in twee deelen : het eerste in innerlyke bedenkingen, en geleikenissen, het tweede in eenige zang- en lees-rymen . enkt, al dott hy juilt geen hy nochtans geen quaad en doetEn veele zonden dus verfchoont,En *t quaad niet zo het is vertoont,En zo hem zelven zachjes vleit,En zich gerullig neder lelt,En hem zo niet, of wynig weert,Wort haait van zonden overheert;Het quaad heett wel een kleen begin jMaar t kruipt gedung verder in,Jat wort ten leften wel zo groot,Dat hy al levende is doodt Nu 20 de menfch niet fiapen wil;Zo moet hy nimmer wezen llil;Maar tot het oeffenen zich (poen,En d*cen of dander deugden doen,Het zy dan dat hy ernftig bidt,Of tot het leezen neder zit;Of deugd bewyft aan eenig vriendt;Oft zy waar meê hy Godt dan dient:Veel deugden worden hem geleert,Daar meê het quaad kan zyn geweert;En is de deugd in hem te recht,Zo wort hy nooit der zonden knecht;Maar zal fchoon hem de flaap beftrydt,Wel voor het flaapen zyn bevrydt. ^ Pfalm 132. V. 4. Zo ik mynen oogm Jlaa^ geeve my^ nen oog-lsden [ïuimsringe. 0^ verfcheide Geïegentheden, 161 LXXXIII. Op Slaapen en ALs iny de Slaap heeft ingenoomen,En ik in t bedde leg gevelt;Zo droom ik dikwils vieze droomen,Daar van myn herte 2eer fchyn ik vreugd te fmaaken,En in een goede ftaat te zyn,Somtyds fchyn ik in noodt te raaken,En overftelpt met druk en hoe ik fchyn in vreugd of vreezen,Wat ik verwerp, waar na ik haak;Nooit kom ik tot het waare weezen:Want als ik wederom ontwaak ,Zo vind ik t ydel altemaalen;Niets vind ik, t fchynt al w^eg gellroomt, ik l6l Innerlyke Bedenkingen , Ik kan ïeer lelden iets verhaalen,Van t geenc dat ik heb gedroomt. Dus even dunkt my is t gelegen,Met iemandt die in zonden leeft,En s Waerelds vreugde zoekt te plegen,Ja daar zyn hert toe overgeeft:Zyn doen, zyn handel, en geneugde,Is als een droom, die niet en is:Hy ziet (zo t fchynt) wel fomtyds vreugde,Maar grypt hy daar eens na, *t is doen dat
Size: 1680px × 1488px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., boo, bookdecade1720, booksubjectconductoflife, booksubjectemblems