. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 32. CARYOPHYLLACEAE. â 137 de stengel een kiioopig uiterlijk, waarop de naam nodosa slaat). De blad- randen zijn kaal of klieraclitig behaard. De bloemen zijn wit en staan op steeds rechtopstaande stelen, die kaal of klierachtig behaard zijn. De kelk is groen, wit- vliezig gerand. De bloemkroon is dubbel zoo lang als de kelk. ^i. 7-15 cM. juli. Augustus. Vormen van deze zijn: X. geniiino ') Prod. Bladranden , stengels en bloem- stelen kaal. /5. glandiilósa -) Bess. Bladranden, stengels en bloemstelen klierachtig behaard. 7. monilifórmis ^) Lange. Pla


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 32. CARYOPHYLLACEAE. â 137 de stengel een kiioopig uiterlijk, waarop de naam nodosa slaat). De blad- randen zijn kaal of klieraclitig behaard. De bloemen zijn wit en staan op steeds rechtopstaande stelen, die kaal of klierachtig behaard zijn. De kelk is groen, wit- vliezig gerand. De bloemkroon is dubbel zoo lang als de kelk. ^i. 7-15 cM. juli. Augustus. Vormen van deze zijn: X. geniiino ') Prod. Bladranden , stengels en bloem- stelen kaal. /5. glandiilósa -) Bess. Bladranden, stengels en bloemstelen klierachtig behaard. 7. monilifórmis ^) Lange. Plant uitgespreid, neer- liggend. Bovenste stengelleden zeer kort. Bo- venste bladen van den hoofdstengel en van de korte okseltakken vliezig. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in West-, Midden- en Noord-Europa op vochtige plaatsen voor. De vorm 5. glandulosa is bij ons algemeen, vooral in de duinen, de vorm 7. monilifórmis is Sagina nodosa Fig. 155. -^%; 8. Ammadénia^) Gmel. Zeepostelein. A. peploides ') Ruprecht. (Honkénya ^) peploides Ehrh., Halianthus ') peploides Fr.) Zeepostelein (fig. 156). Uit den wortelstok komt een van onderen af sterk vertakte stengel, die meest liggend is en in de knoopen wortelt en waar- van de takken opstijgen. Stengel en takken zijn rond, vleezig en onbehaard. De bladen zijn eirond, vleezig, spits, kaal, onge- steeld, aan de niet bloeiende stengels opeengedrongen, aan de bloeiende vrij ver uiteen. De bloemen zijn wit en zitten in bebladerde bij- schermen. De kelk is 5-bladig, de bladen zijn eirond, stomp, even lang als de bloemstelen. Kroonbladen zijn er 5, zij zijn omgekeerd eirond, vaak langer dan de kelkbladen, soms ook even lang als of korter dan deze. Er zijn 10 meeldraden en 3 stijlen. De doos- vrucht is groot, bolrond, vleezig en opent zich met 3 kleppen tot de halve hoogte (fig. 156). Zij bevat 1-4 groote, peervormige, zwarte zaden. ^â . 1,5-3 dM. Biologische bijzonderheden. De bloemen zijn proteran


Size: 1471px × 1698px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants