. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 66. UMBELLIFERAE. 463 Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Midden-en Oost-Europa onder he<ï)^en en kreupelhout voor en schijnt bij ons lan^'s de rivieren aangevoerd. Zij is {ge- vonden bij NijmejJien (Ooischc waard), Rijswijk (aan den Lek) en misschien op Oost-Voorne en bij Alblassordam. 38. My'rrhis ') Trn. M. odorata -) Scop. R o o m s c h e kervel (fiR. 562). Deze aangenaam sterk (bijna naar anijs) riekende plant, is vooral beneden kort behaard. Uit een dikken, veelhoofdigen wortelstok komt een recht- opstaande, gestreepte, holle


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 66. UMBELLIFERAE. 463 Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Midden-en Oost-Europa onder he<ï)^en en kreupelhout voor en schijnt bij ons lan^'s de rivieren aangevoerd. Zij is {ge- vonden bij NijmejJien (Ooischc waard), Rijswijk (aan den Lek) en misschien op Oost-Voorne en bij Alblassordam. 38. My'rrhis ') Trn. M. odorata -) Scop. R o o m s c h e kervel (fiR. 562). Deze aangenaam sterk (bijna naar anijs) riekende plant, is vooral beneden kort behaard. Uit een dikken, veelhoofdigen wortelstok komt een recht- opstaande, gestreepte, holle, naar boven vertakte, krach- tige stengel, die in de knoopen iets gezwollen is. De bladen zijn groot, zacht, 3-voudig gevind. De blaadjes zijn teer, vinspletig met langwerpig-eirönde, vaak getande slippen. De schermen hebben 6-15 behaarde, tijdens de rijpheid der vruchten opgerichte stralen. Zij zijn vaak naar boven scherm-pluimvormig opeengehoopt. Het omwindsel ont- breekt, de omvvindseltjes bestaan uit 5-7 tijdens den bloei- tijd rechtopstaande, vliezige, lijn-lancetvormige, gewim- derde blaadjes (fig. 562). De kroonbladen zijn wit, om- gekeerd hartvormig met naar binnen gebogen topje. De stijlen zijn langer dan het stijlkussen . kort teruggeslagen. De vrucht is bruin, als gelakt, 20-25 mM lang , langwerpig, zijdelings samengedrukt, toegespitst (fig. 562). De deel- vruchtjes hebben 5 sterk gekielde , scherpe, gelijke ribben , die gescheiden zijn door diepe groeven zonder striemen. 6-12 dM. ^. Mei, Juni. Biologische bijzonderheid. Ook bij deze plant zijn de laatst ontstaande bloemschermen mannelijk, zij leveren het stuifmeel voor de laatst ontluikende tweeslachtige bloemen. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Midden- en Zuid-Europa in bergweiden en bergbosschen voor. Bij ons is zij wel gekweekt en nog al eens verwilderd gevonden. Of zij ook langs de rivieren een enkele maal is aangevoerd, is ^ Myrrhis odorata Fig. 562. 39. Cdaium^) L. C. ma


Size: 1442px × 1733px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants