. Tafereel van overdeftige zinnebeelden : gemaelt naer de deuchden, ondeuchden, gemoetsdriften der menschen, straffen Godts, en zegeningen : eerst beschreven door Cesare Ripa, Pierius Valerianus, Orus Apollo, en anderen ... . t deze het beginzel was van alle natuurlyke dingen. En zy voe-gen er by, dat, indien onder alle menfchen een volkomen eendracht vas , enalle de elementen en hooftftoflFen een en zelve fpoor volgden, wy zouden be-rooft zyn van al het goede en het fchoonc , dat de werelt en de natuur op-geeft. Maer zckerlyk een Chriften Wysgeer zal zeggen , dat de tweedracht eerderftrekt to
. Tafereel van overdeftige zinnebeelden : gemaelt naer de deuchden, ondeuchden, gemoetsdriften der menschen, straffen Godts, en zegeningen : eerst beschreven door Cesare Ripa, Pierius Valerianus, Orus Apollo, en anderen ... . t deze het beginzel was van alle natuurlyke dingen. En zy voe-gen er by, dat, indien onder alle menfchen een volkomen eendracht vas , enalle de elementen en hooftftoflFen een en zelve fpoor volgden, wy zouden be-rooft zyn van al het goede en het fchoonc , dat de werelt en de natuur op-geeft. Maer zckerlyk een Chriften Wysgeer zal zeggen , dat de tweedracht eerderftrekt tot verderf en gruwel, dan tot behoudenifle van het goede en het dat de dolle tweediacht moet gefchat worden als een verwoefterefle des men-fchelyken geflachts. Daerom vergeleken de Ouden de tweedracht by een vuur , dat alles verflintjook by een vuurflag , om vuur aen te fleken. Gelyk jirifloteles zegt, Grypthet vuurjiag in de hant, en fleekt het ryk der Moor en aen, (^c. En zy gaven er dezereden van, dat gelyk het vuurflag en de fteen tegen elkander geflagen vuur ge-ven, alzoo bonzen en fluiten dehartnekkigen tegen elkander, en fteken eindclykden toorn en de gramfchap aen. LV, ZIN- Van den Hongersnoot. LV M3. LV. Z I N N E B E E L T. Van den Hongersnoot, E En magere en flechtgekleedde Vrouw, de oogen diep ingevallen,bleeke mont en lippen. In de üinkerhant houdt zy een tak van eenwilg, en inde rechter een zwaert. Naeft haer flaet een vermagerdeen uitgeteerde Koe. „ Dat de Yyomvj Jlecht gMeedt is^ bcelt af den flechten tvt, de fchaersheit vanmiddelen, en dat het geit eerder nodig is acn fpyze , dan aen l<oflelyke klce-deren te hefteden, dewyl in een hongersnoot alles om broot verkocht wort.„ (a) Haer magerbeit , diep ingevallen oogen , blccke mont en lippen , beelden denhonger af, en de fchrale behocftigheit der eetwaren j dcwyl by hongersnootvaek in het lichaem wort ingeflingert, waer van anders de natuur gruwt j het■welke dan zulk een verval des lichaems moe
Size: 1339px × 1866px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., boo, bookdecade1720, booksubjectconductoflife, booksubjectemblems
