. De flora van Nederland. Plants. 10 — ERICACEAE. — FAMILIE Ramischia secunda Fig. 10. 1. een deel der kroonbladen en Ttieeldraden weggesneden, '. de- zelfde bloem maar door het ophef- fen van een kroonblad is het tot zoolang daardoor vastgehouden helmknopje omgevallen en laat stuifmeel vallen. Biologische bijzonderheden. De helmknopjes lijken bij deze soort wel wat op strooi- bussen en worden door S-vormig gekromde en als een veer gespannen helmdraden ge- dragen en door de aangedrukte kroonbladen in dien stand gehouden (fig. 10, 1). Zoo gauw echter insecten in de klokvormige bloemkroon d


. De flora van Nederland. Plants. 10 — ERICACEAE. — FAMILIE Ramischia secunda Fig. 10. 1. een deel der kroonbladen en Ttieeldraden weggesneden, '. de- zelfde bloem maar door het ophef- fen van een kroonblad is het tot zoolang daardoor vastgehouden helmknopje omgevallen en laat stuifmeel vallen. Biologische bijzonderheden. De helmknopjes lijken bij deze soort wel wat op strooi- bussen en worden door S-vormig gekromde en als een veer gespannen helmdraden ge- dragen en door de aangedrukte kroonbladen in dien stand gehouden (fig. 10, 1). Zoo gauw echter insecten in de klokvormige bloemkroon dringen en daarbij de kroonbladen verschuiven, strekken zich de tot nu toe gespannen ge- houden S-vormige heimdraden recht, de strooibussen vallen nu om met de gaten naar beneden gericht en strooien hun stuifmeel op het insectenlichaam (fig. 10, 2). Bij het be- zoek in een volgende bloem gaat dit op den stempel van deze over Heeft er geen insectenbezoek plaats, dan strekken zich toch ten slotte de helmdraden, drukken de kroon- bladen uiteen en steken uit de bloem. De helmknopjes vallen nu van zelf om en het uitvallende stuifmeel valt uit hooger staande bloemen op de stempels van lager staande uit dezelfde bloeiwijze. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa in bosschen voor en is bij ons alleen te Hummelo (kasteel Enghuizen) gevonden. 3. Moüótropa ') L. M. Hypopitys-) L. Stof zaad (fig. 11). Deze plant heeft vleezige, dikke, veelvoudig vertakte wortels en een vleezigen, onvertakten, geelwitten, rechtopstaanden stengel, die bij het drogen bruin of zwart wordt en vooral beneden vrij dicht met rechtop- staande, eirond-langwerpige schubben bezet is. De bloemen vormen een dichten, knikkenden, eenzijdigen tros, die na den bloei los wordt en zich opricht. De bloemen zijn bijna regelmatig, kort gesteeld, geelachtig-wit en rieken niet onaangenaam. De topbloem is 5-, de zijbloemen zijn 4-tallig. De schutbladen zijn bijna ruitvormig of omgekeerd eirond. De


Size: 1312px × 1904px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants