. Jezus en de ziel : een geestelyke spiegel voor 't gemoed, bestaande in veertig aangenaame en stichtelyke zinnebeelden . t [^methew, ]i KorimhenVl: j/. H j Dg 1 ii8 JEZUS EN DE ZIEL. De Ziek haar en God va/l aankleedende. J\ ch neen! ik laat u niet, ach neen lGy kunt, noch zult my niet ontvleden ; ik houw aan God, myn eenig Een,Het ga zo *t wil; en of c gefchieden Dat aarde en hemelryk verging,Hel raakc my niet, dat mag gebeuren, Om een verlaat ik alle ding,Wie zouw dat mynen W i l ontfcheuren ^Myn God, myn Lief, myn eenig goed >Al ging myn lyt en ziel te gronde, Zo lang daar noch in myn g


. Jezus en de ziel : een geestelyke spiegel voor 't gemoed, bestaande in veertig aangenaame en stichtelyke zinnebeelden . t [^methew, ]i KorimhenVl: j/. H j Dg 1 ii8 JEZUS EN DE ZIEL. De Ziek haar en God va/l aankleedende. J\ ch neen! ik laat u niet, ach neen lGy kunt, noch zult my niet ontvleden ; ik houw aan God, myn eenig Een,Het ga zo *t wil; en of c gefchieden Dat aarde en hemelryk verging,Hel raakc my niet, dat mag gebeuren, Om een verlaat ik alle ding,Wie zouw dat mynen W i l ontfcheuren ^Myn God, myn Lief, myn eenig goed >Al ging myn lyt en ziel te gronde, Zo lang daar noch in myn gemoed,Eenfnak, een vonkje word gevonden. Zo lang word gy van my bemind jMet zoetheid hebt gy my gevangen, Gelyk men lokt een fpeelend kind,Nu luft het my u aan te hangen. Gy zyt myn grond, waar zoude ik gaan ?Gy zyt myn God, u houdeik ftille, Myn W 1L L E-G EEST gry pt nergens aan,Gy meugt het maaken naar uw Wille. Goddelyk Antwoord. ft eenen kleinen toornehebbe ik myn aangezichte van ueen oogenblik verborgen: maar met eeuwige goedertieren*heidzalik my uwer ontfermen, jezaias. LIV: 8. ffien HET DERDE DEEL; TVien hehikeffens u]inden Hemelt neffem uen luft my ook niets op der aarden, mynvlees en myn herte, zo is God de rotzfteen 7?iynesherten^ en myn deel in eeuwigheid. Pfalm LXXllI:vers 25-, 26. H 4 Op no JEZUS EN DE z iel; Ophet XX VII. Zinnebeeld. Oi Fan een fterk aanhangen der Ziele, aanGodj inwaare gelaatenbeld. Thet fcheen dat gy my verlaaten woud, ó Godmyn Vader! endatgy uw aangezicht verbergendetocmylprak: Ik envviluniet; Zowilikdochu ,en anders en wil ik niet als u, mag iku niet heb-ben zo wil ik niers, nu ik u eens lief gekreegcn heb,zyn my alle dingen die gy niet zyt idel, en zymogen my niet vernoegen. Gy kunt my ook nietontvluchten, ó God! uiyn Lief; want ik hangeaan uwenhalsmet mynen wille, ik heb myn willevan alles afgekeertom u alleen vaft te houden, ikheb mynen wille gants in uwen wille overgegee-ven •, daarom ó Heer! maakt het met my zo t


Size: 1394px × 1792px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorluikenjan16491712, bookdecade1, booksubjectjesuschrist