. De flora van Nederland. Plants. 1. ('ollómiii j Nntt. C. grandiflóra - Dougl. C o 11 o m i a (fi^. 88). Deze plant heeft een rcchtopstaandcn, al of niet vertakten, dicht bebladcrden, beneden onbehaarden, boven evenals de bladen en kelken, kiierachtin kort behaarden stenKel. De bladen zijn lan-^nverpig-lancetvoriniK', zittend, jjaafrandit; of de onderste weinij; jjrof >,'ezaaj,'d. De bloemen zijn vrij j,'root en staan in eindelinusche, veelbloemi),'e hoofdjes. Zij hebben eirond-lancetvormiKe, stompe kelkslippen. De bioemkroon is eerst fjeelachtiK, later vuil vleeschkleiiriK rood, lan« buis


. De flora van Nederland. Plants. 1. ('ollómiii j Nntt. C. grandiflóra - Dougl. C o 11 o m i a (fi^. 88). Deze plant heeft een rcchtopstaandcn, al of niet vertakten, dicht bebladcrden, beneden onbehaarden, boven evenals de bladen en kelken, kiierachtin kort behaarden stenKel. De bladen zijn lan-^nverpig-lancetvoriniK', zittend, jjaafrandit; of de onderste weinij; jjrof >,'ezaaj,'d. De bloemen zijn vrij j,'root en staan in eindelinusche, veelbloemi),'e hoofdjes. Zij hebben eirond-lancetvormiKe, stompe kelkslippen. De bioemkroon is eerst fjeelachtiK, later vuil vleeschkleiiriK rood, lan« buisvormifi met trechtervormige buis, wijdere keel en verdiepten zoom. 0. 3-6 dM. Juni, Juli. Voorkomen. De plant behoort thuis in Westelijk Noord-Amerika <Oregon), doch is bij ons een sierplant. Zij is bij Leimuiden verwil- derd gevonden. 2. Polemóniuin ) Tm. P. coeriJleum ' L. JacobsI adder (tig. 89). Deze plant is grootendeels onbehaard, alleen aan den top klierachtig behaard, een korten wortelstok en een rechtopstaanden, gegroefden, hollen, glanzenden, niet of naar boven vertakten stengel. De bladen zijn oneven gevind. De onderste zijn gesteeld, de hoogere zittend. De blaadjes komen aan de onderste bladen in grooteren getale voor (tot 25), zij zijn elliptisch-lancetvormig, spits. De bloemen zijn vrij groot en staan in klierachtig kort be- haarde pluimen. Zij hebben 5 eirond-lancetvormige, toege- spitste, klierachtig behaarde kelklobben. De bioemkroon is vrij groot, open klokvormig, bijna stervormig, langer dan de kelk, hemelsblauw, zelden wit, met korte buis en 5 ovale, stompe slippen. Er zijn 5 bijna gelijke meeldraden met ver- breede helmdraden, die de keel der bioemkroon afsluiten. De stempel is 3-deeIig. De doosvrucht is eirond-driehoekig, 3-hokkig. ieder holcje met 2-6 zaden. ^. 3-9 dM. Juni, Juli. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Midden- en Noord-Europa voor, doch meer in bergachtige streken. Bij ons is zij een sierplant en schijnt we! eens Blo


Size: 1442px × 1734px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants