. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 77. â ROSACEAE. 591 P. arbulifólia ') L- A r b u t u s a p p e 1. Bij ons komt alleen de variëteit erythrocarpa-) voor. Dit is een heester met schuin uit- staande takken. De bladen zijn lanywerpiK-ovaal, steeds van onderen behaard, in den herfst fraai rood K'ckleurd. De vruchten zijn behaard. De bloemen zijn wit. 1^. 1-2 M. Mei. Voorkomen. Deze heester komt in Noord-Amerika voor en is bij ons aangekweekt en enkele malen verwilderd , nl. bij Steenwijk, Domburg en Sorbus Aucupauia FiK. 721. 19 Sórbïis â ) L. Hiervan komt bij ons slecht


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 77. â ROSACEAE. 591 P. arbulifólia ') L- A r b u t u s a p p e 1. Bij ons komt alleen de variëteit erythrocarpa-) voor. Dit is een heester met schuin uit- staande takken. De bladen zijn lanywerpiK-ovaal, steeds van onderen behaard, in den herfst fraai rood K'ckleurd. De vruchten zijn behaard. De bloemen zijn wit. 1^. 1-2 M. Mei. Voorkomen. Deze heester komt in Noord-Amerika voor en is bij ons aangekweekt en enkele malen verwilderd , nl. bij Steenwijk, Domburg en Sorbus Aucupauia FiK. 721. 19 Sórbïis â ) L. Hiervan komt bij ons slechts eene soort voor. S. aucuparia ') L. L ij s t e r b e s (fig. 721). Deze houtige plant heeft viltige knoppen, ook de jeugdige bladen zijn viltig. De bladen zijn oneven gevind, 5-11- jukkig, zij zijn ten slotte tamelijk of geheel kaal. De blaadjes zijn langwerpig-lancetvormig, on- gelijk stekelpuntig gezaagd. Aan de inplanting van ieder paar blaadjes zit een kliertje. De bloemen zijn tamelijk groot (8-10 mM in diameter) en staan in veelbloemige, schermvormige pluimen. Zij zijn wit en rieken vrij sterk. De kelkslippen zijn 5 in getal, klein, wit behaard, gaaf, na den bloeitijd teruggekromd. De kroon- bladen, ook 5, zijn cirkelrond of langwerpig. Stijlen zijn er 2-5, meest 3, zij zijn beneden vergroeid. Het vruchtbeginsel is onderstandig. De schijnvrucht is vrij groot (3 cM lang), bolrond of ellipsoïdisch, rood, oranje of zelden geel, met 2-5 hokjes met dunvliezigen wand. De hokjes zijn ieder meest 1-zadig. De vrucht wordt spoedig zacht. l\. 3-9 M. Mei, Juni. Biologische bijzonderheden. In de bloemen wordt de honig door een ring om den voet van den stijl afgescheiden. De bloemen vallen sterk in het oog door haar vereenigd zijn tot vrij uitgespreide bloeiwijzen. De inrichting der bloemen met het oog op de bestuiving is vrij wel dezelfde als bij C. Oxyacantha, ook de geur er van komt vrijwel overeen. Vele insecten zijn als bezoekers waargenomen. Over het roest op de bl


Size: 1428px × 1750px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants