. Beschryving van Ysland, Groenland en de Straat Davis. : Tot nut der wetenschappen en den Anderson, Johann, 1674-1743; Natural history; Natural history; Eskimo languages; Indian linguistics. r^ i ?. I. 152 BESCHRYVING van GROENLAND, voor aan rondachtige en menfchelyke nagels , doch aan de achterfte een kleine vogelklaauw. Na dat de vederen uitge- plukt waren, werd noch een teder dun velletje over den ge- wonen huid gevonden, dergelyken men ook weleer {Vide Me- mo'ir. des Mathem. £f Pbyjiq. d. 1693. p. 177 Jeq,) aan den Pe- licaan, of den Kropgans opgemerkt heeft, waarmede die zwa


. Beschryving van Ysland, Groenland en de Straat Davis. : Tot nut der wetenschappen en den Anderson, Johann, 1674-1743; Natural history; Natural history; Eskimo languages; Indian linguistics. r^ i ?. I. 152 BESCHRYVING van GROENLAND, voor aan rondachtige en menfchelyke nagels , doch aan de achterfte een kleine vogelklaauw. Na dat de vederen uitge- plukt waren, werd noch een teder dun velletje over den ge- wonen huid gevonden, dergelyken men ook weleer {Vide Me- mo'ir. des Mathem. £f Pbyjiq. d. 1693. p. 177 Jeq,) aan den Pe- licaan, of den Kropgans opgemerkt heeft, waarmede die zware vogel ongetwyffelt door den alwyzen en goeden Schepper bo- ven anderen begiftigt is, om zo wel ter zyner verlichting , als tot het beqnaam matigen zyner vlucht in het -ftygen en dalen , vermits hy daar tuffchen veel lucht vat, dezelve naar vereifch te konnen vermeerderen of verminderen. Boven op het vleefch lag hier en daar het vet, gelyk in het koude Groenland het vet der vogelen doorgaans over hun vleefch zit,en daarby hun ma- ger vleefch met meer bloed, dan dat der vogelen elders, ver- vult is; 't geen doet oordelen,dat zulks hun een grote warmte, die zy ook wel nodig hebben, te weeg brengen moet De Borst- spieren waren fterk en dik , en de grote vleugelen zeer even- matig naar de verre vlucht die deze vogelen zo wel van de neften over de zeer wyde ysvelden , tot het verkrygen van hun voed- zel, als, by het naderen der lange nachten en fcherpe koude, naar een warmer en lichter , ongetwyffelt verre afgelegen , geweft volvoeren moeten. De Tong was fmal., glad , 11 duim lang , en aan den wortel met enige fpitsachtige enig- zints ftyve hairen bezet , dergelyken ook achter de opening van de longpyp (rima laryngis) (tonden, en beide tot derzel- ver dekzel en befchutting, by gebrek van een ftrotlapje (Epi- glóttis), dienden. De ringen der Trachea, of longpyp , waren geheel en gefloten rond , vermits die vogel tot zyn geluid , 't geen ilegts in ene toon beftaat, geen veranderin


Size: 1022px × 2444px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., booksub, booksubjectindianlinguistics, booksubjectnaturalhistory