. Beschryving van Ysland, Groenland en de Straat Davis. : Tot nut der wetenschappen en den Anderson, Johann, 1674-1743; Natural history; Natural history; Eskimo languages; Indian linguistics. N» •V'"' 218 BESCHRYVING van GROENLAND, Die Boten zyn zo ligt , dat een man den zynen , werwaards hy wil, met zich dragen kan. Behalven deze kieine hebben zy ook, gelyk gezegt is, grote Boten , die zy ter onder- fcheiding Vrouwenboten heten, dewyl :de vrouwen in dezelven meeftentvds roeyen, of vermits zy gedeeltelyk'er me- de hunne reizen doen, wanneer zy zich met vrouw en kinde- ren , z


. Beschryving van Ysland, Groenland en de Straat Davis. : Tot nut der wetenschappen en den Anderson, Johann, 1674-1743; Natural history; Natural history; Eskimo languages; Indian linguistics. N» •V'"' 218 BESCHRYVING van GROENLAND, Die Boten zyn zo ligt , dat een man den zynen , werwaards hy wil, met zich dragen kan. Behalven deze kieine hebben zy ook, gelyk gezegt is, grote Boten , die zy ter onder- fcheiding Vrouwenboten heten, dewyl :de vrouwen in dezelven meeftentvds roeyen, of vermits zy gedeeltelyk'er me- de hunne reizen doen, wanneer zy zich met vrouw en kinde- ren , zak en pak in dezelve begeven , en een bequamer woon- plaats zoeken, of ook ter Waivifchvangft gaan , waartoe zy hunne vrouwen medenemen, om zo wel de fpyze te bereiden , en hun andere handreiking te doen , als wel om hunne gehele hembden of windhoudende overtrekfels , wanneer hier of daar een gat in dezelve geraakte, terftond te herftellen. Deze Bo- ten zyn eigentlyk open pramen, voor en achter fpitsachtig, on- diep en met een hogen rand of boort. Zy worden , gelyk de kleine, van dikke houte ribben gemaakt, insgelyks met balein verbonden, en met leder overtrokken. Ook heimeren of be- pekken zy dezelve met oud Robbenfpek , inzonderheid de fleu- ven of naden, die zy vlytig en geftadig toefmeren ; zulks zy eindelyk gantfch vaft en dicht worden, Voor aan tuiTchen de voortleven hebben zy een kleinen maft met een zeil , 't geen uit gefpouwen en gedroogde darmen van Walvifïchen ftriems- wyze met draden van Reënpezen of darmen te zamen genaait, lang, doch Hechts 3 of 4 ellen breed is, zonder touwen,om te braflen, of dergelyken; weshalven zy daar mede niet recht onder den wind zeilen konnen, vermits de Boten frnal zynen ligt omflaan. Ondertuflchen konnen zy met dezelve gezwind fpoeden , en voert zodanig een Boot 20 en meer menfchen met hunne bagafie en tenten , ook wanneer de vangft goed ge wee ft is, noch daarenboven een menigte Walvifchfpek en Baarden. Des niettemin zyn zy op hun


Size: 4310px × 580px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., booksub, booksubjectindianlinguistics, booksubjectnaturalhistory