. De flora van Nederland. Plants. 472 CRASSULACEAE. FAMILIE Sedum purpureum Fig. 572. a bloem. S. purpureum O Lk. (S. Teléphium-) L., S. purpurascens-) Koch.). H e- m e 1 s 1 e u t e 1 (fig. 572). Deze onbehaarde, krachtige plant, heeft knolvormig verdikte wortels, waaruit vele, meest onvertakte, rechtopstaande, vaak rood aangeloopen sten- gels voortkomen. De bladen zijn vleezig, vlak, langwerpig tot lancetvormig, de onderste zijn kortgesteeld, meest tegenoverstaand of in kran- sen van 3, stomp, ongelijk gezaagd-getand, de bovenste zijn zittend met afgeronden voet. De bloemen vormen tuile
. De flora van Nederland. Plants. 472 CRASSULACEAE. FAMILIE Sedum purpureum Fig. 572. a bloem. S. purpureum O Lk. (S. Teléphium-) L., S. purpurascens-) Koch.). H e- m e 1 s 1 e u t e 1 (fig. 572). Deze onbehaarde, krachtige plant, heeft knolvormig verdikte wortels, waaruit vele, meest onvertakte, rechtopstaande, vaak rood aangeloopen sten- gels voortkomen. De bladen zijn vleezig, vlak, langwerpig tot lancetvormig, de onderste zijn kortgesteeld, meest tegenoverstaand of in kran- sen van 3, stomp, ongelijk gezaagd-getand, de bovenste zijn zittend met afgeronden voet. De bloemen vormen tuilen met tegenover elkaar of verspreid staande takken en min of meer pur- perkleurige bloemstelen. De kelk is groen, 5- deelig, met eironde, spitse, blijvende slippen. De kroonbladen zijn 5 in getal, langwerpig, spits, van het midden af omgebogen, aan den top zwak gegroefd, 4 maal zoolang als de kelk. Meeldraden zijn er 10, waarvan 5 ingeplant iets boven den voet der kroonbladen. De vruchtjes zijn 5 in getal, op den rug gegroefd, rechtop- staand, toegespitst en bevatten langwerpige, aan beide einden toegespitste zaden. 3-6 dM. 1\.. Juli, Augustus. Biologische bijzonderheden. De bloemen zijn protrandrisch , want eerst openen zich de helmknopjes der 5 buitenste meeldraden, dan die der 5 bin- nenste en als deze alle hun stuifmeel verloren hebben, zijn eerst de stem- pels geschikt om het op te nemen. Aangezien bovendien de meeldraden tegen de kroonbladen liggen, is er van spontane zelfbestuiving geen sprake. De bloemen hebben honigkliertjes aan de toppen der langwerpige schubben onder de vruchtbeginsels. Insecten, die op de dichte bloeiwijzen rond- kruipen, raken de helmknopjes en de stempels in tal van bloemen na elkaar aan en bewerken dus (in verband met het protrandrisch zijn der bloemen) kruisbestuiving. Voorkomen in Europa en in Nederland. Deze plant komt in geheel, doch vooral in Midden-Europa voor op rotsen, aan heggen en in bosschen. Bij ons is zij vrij algemeen in boschrijke
Size: 1408px × 1774px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants