. De flora van Nederland. Plants. 250 — CONIFERAE. FAMILIE 9. Fig. 159. De bloemen zijn eenhuizig. De mannelijke bloemen staan alleen, meest aan de zijkanten van takken van het vorig jaar, dicht bij den top. Zij zijn cylindrisch, eerst roodachtig, later groenachtig geel. Zij krommen zich tijdens den bloeitijd naar boven en bestaan uit vele meeldraden met 2 over- langs^ vergroeide stuifmeelzakken en een opgerichte, vliezige topschub (fig. 159). Zij bevatten het stuifmeel, dat van vliegblazen is voorzien. De kegels worden in het eerste jaar rijp, zij zijn 10-16 cM lang, 3-4 cM dik, zij hangen, z


. De flora van Nederland. Plants. 250 — CONIFERAE. FAMILIE 9. Fig. 159. De bloemen zijn eenhuizig. De mannelijke bloemen staan alleen, meest aan de zijkanten van takken van het vorig jaar, dicht bij den top. Zij zijn cylindrisch, eerst roodachtig, later groenachtig geel. Zij krommen zich tijdens den bloeitijd naar boven en bestaan uit vele meeldraden met 2 over- langs^ vergroeide stuifmeelzakken en een opgerichte, vliezige topschub (fig. 159). Zij bevatten het stuifmeel, dat van vliegblazen is voorzien. De kegels worden in het eerste jaar rijp, zij zijn 10-16 cM lang, 3-4 cM dik, zij hangen, zijn geelbruin, glan- zend en vallen in hun geheel af. De vruchtschubben zijn ruitvormig, afgeknot, naar voren iets gekarteld, lederachtig, met verdunden rand. De schutbladen zijn veel kleiner dan de vruchtschubben, zij zijn met deze vergroeid. Op iedere vrucht- schub liggen 2 omgekeerde, blijvend gevleugelde zaden (fig. 158), zonder harsblaasjes. De vleugel is 3 a 4 maal zoolang Meeidraad van als het zaad. Dit laatste heeft meest 8-9 zaadlobben. K Picea excelsa. ,r- ^r- »/« m - 15-45 M. Mei. Biologische bijzonderheden. Bij verwonding van den boom treedt hars uit, dat de wonde van de lucht afsluit. Het hars zelf dient om het opvreten der bladen door dieren tegen te gaan, toch eten herten en insecten ze wel. De boom groeit als Pinus op allerlei gronden, maar stelt toch meer eischen aan den bodem. Het is een schaduwboom, wiens takken en naalden in overeenstemming daarmede langer blijven zitten dan bij Pinus en wiens kroon de bekende dicht gesloten kegelvorm krijgt. Op den boom komt soms een heksenbezem voor, doch de parasiet, die hem veroorzaakt, is nog onbekend. Verder komen er zoog. koekoeksgallen (fig. 160) op voor, veroorzaakt door een bladluis (Chermes abietis). Zij ontstaan aan de takken. Vroeg in het voorjaar, vóór nog de blad- knoppen zijn uitgekomen, zuigt de luis zich aan de onderste knopschub vast en legt er een hoopje eieren naast. De verwonding door het zuigen v


Size: 1608px × 1555px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants