. De flora van Nederland. Plants. 634 PAPILIONACEAE. — FAMILIE 78. of deze ook goede zaden doet ontstaan, waarschijnlijk is dit wel het geval. Het terugtrekken der deelen der bloem, nadat de drukking door het insect uitgeoefend, ophoudt, is een gevolg van de elasticiteit van den voet van de kiel. De zwaarden hebben zijdelings van de gemeenschappelijke buis 2 blaasachtige opzwellingen, waarmee zij de buis door de meeldraden ge- vormd, van boven omvatten en door de elasticiteit dezer deelen zorgen zij er voor, dat die meeldraadbuis ook teruggedrukt wordt. Om op de gewone manier den honig te kunn


. De flora van Nederland. Plants. 634 PAPILIONACEAE. — FAMILIE 78. of deze ook goede zaden doet ontstaan, waarschijnlijk is dit wel het geval. Het terugtrekken der deelen der bloem, nadat de drukking door het insect uitgeoefend, ophoudt, is een gevolg van de elasticiteit van den voet van de kiel. De zwaarden hebben zijdelings van de gemeenschappelijke buis 2 blaasachtige opzwellingen, waarmee zij de buis door de meeldraden ge- vormd, van boven omvatten en door de elasticiteit dezer deelen zorgen zij er voor, dat die meeldraadbuis ook teruggedrukt wordt. Om op de gewone manier den honig te kunnen bereiken, moet een insect een, met de lengte van de kroonbuis overeenkomstige, slurf hebben van minstens 9 a 10 mM lengte (vele hommelsoorten en andere Aphiden kunnen dus regelmatig, enkele vlinders toevallig als bestuivers optreden). Het stuif- meel is echter ook toegankelijk voor alle kortsnuitige insecten, die instaat zijn de kiel neer te drukken. Ook deze bewerken regelmatig kruisbestui- ving, de honigbij. Eindelijk wordt de honig ook geroofd, nm. door de aardhommel (snuitlengte 7-9 mM) en de honigbij (snuitlengte 6 mM), die de bloemen van buiten aanbijten en door het gevormde gat den snuit naar den honig voeren. Deze opening gebruiken andere insecten daarna ook om honig te rooven. Terwijl vroeger de klaver op Nieuw-Zeeland geen of weinig vrucht zette, werd dit geheel anders, nadat circa 100 hommels ingevoerd waren. Deze diersoort was daar nl. niet inheemsch. Volksnamen. De namen roode klaver, Brabantsche en bruine klaver worden het meest voor deze plant gebruikt. In Friesland heet de plant bargebloem of ook wel Spaansche klaver en ook wel schapenbloem (de laatste ook in Zuid-Holland), in Zuid-Limburg spreekt men van Fransche, gast- en kleeklaver, op Walcheren van paardenklaver en in Friesland en op Texel van koeienbloem. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt op grasgrond in geheel Europa voor en is ook bij ons algemeen. Ook wordt zij veel ge- kweekt


Size: 1463px × 1708px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants