. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië . Fig. 324. Ruit en haakmotief, waaruit de vorm van het menschen-motief kan worden Hiuüüu Fig. 325. Menschen-motief. einer bestimmten Perlenart nicht aus und mussen sich dann mit einer anderen begnügen.„ An weitaus den meisten Mustern merkt man denn auch, dass der Stickerin eine Farbe oder einTon ausgegangen war und sie dann gegen die Symmetrie hattesündigen mussen, und links verschiedene Farben anbrachte. Tot zoover Prof. Dr. A. W. Nieuwenhuis over het Dajaksche meetkunstige ornament hiervan,


. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië . Fig. 324. Ruit en haakmotief, waaruit de vorm van het menschen-motief kan worden Hiuüüu Fig. 325. Menschen-motief. einer bestimmten Perlenart nicht aus und mussen sich dann mit einer anderen begnügen.„ An weitaus den meisten Mustern merkt man denn auch, dass der Stickerin eine Farbe oder einTon ausgegangen war und sie dann gegen die Symmetrie hattesündigen mussen, und links verschiedene Farben anbrachte. Tot zoover Prof. Dr. A. W. Nieuwenhuis over het Dajaksche meetkunstige ornament hiervan, doet evenals dat van het Sangireesche kralenrijgsel denkenaan weefmotieven en zijn gelijk alle echte, oud-Indonesische patronen van primitieve volkengebaseerd op een variatie van de ruit en sleutel als standaardfiguren. Zelfs de zittende mensen-figuren met opgeheven handen en gebogen knieën kunnen uit een combinatie van ruit- ensleutelfiguren worden afgeleid (fig. 324 en 325). 317 BIJLAGE Ia. INLANDSCHE NAMEN DERONDERDEELEN VAN HET WEEFTOESTEL, ENZ. Hollandsen. k. 11 • ?< 11 Javaansch. Madoereesch. Soendaneesch. kapas kapas ka


Size: 1407px × 1776px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1910, booksubjectweaving, bookyear1912