. Leeven en dood der doorlugtige heeren gebroeders Cornelis de Witt, en Johan de Witt. deren, doch bevindende dat den ouden Heermetde Raad/t«/««^im zamen woonden, veranderde zy van-voorneemen en trokken wederom af, gaande die de naam van dewrfetheid getchiklte hadden naar Huis , en dandere naar de Kroeg,vin een ilcllendc twce Ruytcrs om de Lichaamen te bewaartn op^* de Schildwagt. Een van dccze twee trad zo haaft hy daargekomen was, van zyn Paard af, en misgunde den Ruwaardnoch een overgcbleeve Toon, die hy vandcvoecaHnecd, vy-lendc dezelve aan domftanders voor dertig lluyvers te noch


. Leeven en dood der doorlugtige heeren gebroeders Cornelis de Witt, en Johan de Witt. deren, doch bevindende dat den ouden Heermetde Raad/t«/««^im zamen woonden, veranderde zy van-voorneemen en trokken wederom af, gaande die de naam van dewrfetheid getchiklte hadden naar Huis , en dandere naar de Kroeg,vin een ilcllendc twce Ruytcrs om de Lichaamen te bewaartn op^* de Schildwagt. Een van dccze twee trad zo haaft hy daargekomen was, van zyn Paard af, en misgunde den Ruwaardnoch een overgcbleeve Toon, die hy vandcvoecaHnecd, vy-lendc dezelve aan domftanders voor dertig lluyvers te noch al niet genoeg zynde quam des Avonds omtrent halftien laaltehandaao t werk , tredende op t Groene Sootje^ voor gevende dachy in de (ak van den gewefen Raad Penfm^rts eenige Brieven ge-vooden had, aan de Heer N. N. Waar in het verraad klaarDesiivet- blykelyk uitgedrukt ftond. Necmende zyn groot Mes, fnecd,fmitvet- met een ongehoorde wreedheid, de op, en wyl«Kcdheid. hy mct zyn handen fcheurde, ftak hy zyn bebloed Mes dwars in. >5^r* y^TT/^e/^.yi^ j<^?twz/^^^w ■y é/i xjx/t^en xnsMtir ecn<f tiat jfy/.iie z^^v^x ffe^jei ./ CORNELIS en JOHAN DE WITT. 42J inZynMond, haalden de Harten en alt ingewand daar uit, fmy- ^ 7^* ^tende dit zo te zamen, mee veel lafterlyke woorden de lykcn, —tegen haar aangezigc, en fpalkten het Lichaam van den Ru-waard met een hout op, zo als men de Beelten doet, gelykhier in de Prent afgebeeld is, het welk des Avonds omtrenthalf elf, als t Volk van daar naar Huis toe was, door eerv ver-maard Meeiler naaukeurig is afgeteekend, met al de wondendie deeze twee doorlugtigc Heeren van t woedend Graauwontfangen hadden. De Barbarifche Beul, trok me deeze her- En ver-ten naar zeekere Herberg , daar veel Vyanden van de Wit- „TEN vergaderd waaren, die dezelve met de gruwclykfte ;ieHerenfoeing handelde dat myn Pen als ftil (laande in t befchryven ilfeTnHevan zulke ongehoorde


Size: 1464px × 1707px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., booksubjectwittcornelisde162316, booksubjectwittjohande16251672