. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië . Voor de voor mannen be-stemde kleedingstukken(kain, sampang en ba-dj o e) worden gewoonlijkslechts enkele der hier-bovengenoemde patronengebruikt; vóór de mannen-badjoes kent men het pa-troon badjoe daje (daje= sètan = duivel).Volgens de legende moetende eerste badjoe dajegedragen zijn door driebijzondere wezens, in wiemen de reïncarnaties vanm e s o e m a j s (tijgers) ont-dekte. Katoenen weefsels komenin de Padangsche Boven-landen weinigvoor, althansniet voor de kleeding van het volk. De katoenen geruite weefsels (kain tj èla) zijn er v


. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië . Voor de voor mannen be-stemde kleedingstukken(kain, sampang en ba-dj o e) worden gewoonlijkslechts enkele der hier-bovengenoemde patronengebruikt; vóór de mannen-badjoes kent men het pa-troon badjoe daje (daje= sètan = duivel).Volgens de legende moetende eerste badjoe dajegedragen zijn door driebijzondere wezens, in wiemen de reïncarnaties vanm e s o e m a j s (tijgers) ont-dekte. Katoenen weefsels komenin de Padangsche Boven-landen weinigvoor, althansniet voor de kleeding van het volk. De katoenen geruite weefsels (kain tj èla) zijn er verdron-gen door Europeesche katoentjes en Inlandsche batikstoffen. Maar wel bestaat in Siloengkang een bepaalde industrie van katoenweven, toegepast op al,wat in de Europeesche huishouding gebruikt kan worden: tafelloopers, theekleedjes, buffet-loopers, servetten, e. d. Deze doeken worden met gekleurde garens doorweven in de patronen, die voor goud-en zilver-weefsels bekend zijn, doch welke men voor de katoenweefsels eenigszins Fig. 212. Toba-Batak en Toba-Bataksche vrouw. (De namen dezer patronen zijn vermeld in de rubriek over goud- en zilverweefsels in dithoofdstuk). Bij het goud- of zilverweefsel toch wordt elke lidi of patroonvormer slechts eenmaal gebruikt;het patroon kan daardoor omtreklijnen krijgen, welke de zuiver gebogen lijn naderbij komen;bij de vereenvoudiging nu wordt zoon lidi of patroon vormer gemakshalve tevens 2,3,4 malenachtereen gebruikt, zoodat de omtrek van het patroon dus eigenlijk uit korte, rechte lijntjesbestaat. Naar kleuren en patronen zijn de Bataksche, katoenen weefsels te onderscheiden in 3 hoofd-soorten, t. w. de Karosche, de Simaloengoensche of Timoersche en de eerstgenoemde weefsels zijn het eenvoudigst; zij vertoonen eenvoudige streeppatronenvoornamelijk in blauw en spaarzaam rood. De Timoersche weefsels zijn helderrood, en vanpatroonbanen voorzien; de laatstgenoemden zijn het rijkst met figuurbanen versi


Size: 1347px × 1855px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1910, booksubjectweaving, bookyear1912