. Voncken der liefde Jesu, van het Godtbegerende zielenvier : bloemitjes der salige hoope, tot verheugelykheid der wandelaars langs den weg, na vreden ryk : een behelsinge van vyftig sinne-beelden, met hunne daar op spelende verssen, en heylige spreuken . aders hcylig welbehagen ? Uw PoLiitf V O N C K E N Uw lichaam , moet ons lichaam zyn,Wyl Adams lichaam moet verderven ,En c ryke Godrs niet kan beerven. Jaa Jefus 1 Lief. myn Sonnefchyn,Wy weiifen *c uyc u, aan te trecken , Op dat ons vuur dien Oly eet, En c heylig, hemels Bruylofskleedt ^Den Geed der Zielen overdecke. Ons denckt aan uw beloo


. Voncken der liefde Jesu, van het Godtbegerende zielenvier : bloemitjes der salige hoope, tot verheugelykheid der wandelaars langs den weg, na vreden ryk : een behelsinge van vyftig sinne-beelden, met hunne daar op spelende verssen, en heylige spreuken . aders hcylig welbehagen ? Uw PoLiitf V O N C K E N Uw lichaam , moet ons lichaam zyn,Wyl Adams lichaam moet verderven ,En c ryke Godrs niet kan beerven. Jaa Jefus 1 Lief. myn Sonnefchyn,Wy weiifen *c uyc u, aan te trecken , Op dat ons vuur dien Oly eet, En c heylig, hemels Bruylofskleedt ^Den Geed der Zielen overdecke. Ons denckt aan uw beloofden buyt 5Dat fulckc 5 die aan u gelooven,De Doodt geen levefal beroovcn > Zy treden maar van Adam dat ons lu-^en niet bekooren 3 Om naar het innerlyk gemoedr, Uyt Jefus hemels Vlees en Bloedr,Gelyk een Kind, te fyn gebooren ? OGodt/ die ons een Adam dat uw Speekuygs goede Snaaien,In Adams val verbrookcn waaren , Diegy herfteld, incwigheytlUw Geefl: moet ewig in ons fpeelen ,Op dac wy tfaam de vreugde deeleo. Her- der LIEFDE J E S U, FoUif H Ters ^. Heylig Antwoordt. etgeneuyt het vhesgeboren /V,[^« [d4t] is Geeft, Joao. cap. g. O Gou- V O N C K E N O Goude och die ry!{ willen worden ^vallen in verjoecl^jn^CiCjj [;«]^dcn Strif;^, €72 [;«] vele divafe enjchndelicke begeeriickcheden , wclc^e dj menjchen doen ver fine ken in verderf en on-dcrg^nz. \ Tmi. 6, vers y. Met ranKeeiings, noch van banden, In weelde en welluft onvermoeydt > Soo fwaargekluyfterd en geboeydt >Maar blindhey t overdeckt haar fchanden, t Is droevig > die zyn qu&adt niet fiet!Soo placht een Slaaf, i-n angft bekneepen ,Met eylre ketingen te fleepen, In ^roote elenden ch verdriet /Rampr^i^g Kindt! gy fyt gevangen, Hoe v*f ^ .^ri vranck gy meent te zyn \ Uw vryhèyt is bedrog en fchyn ,Noch fyt gy luftig in uw gangen I Gy gaat uws Vadershuys voorby j Helaas! hoewiltereyndlingkluyfen \ Uw afkomft is van EedIen h


Size: 1450px × 1723px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1680, booki, booksubjectemblems, booksubjectjesuschrist