. De flora van Nederland. Plants. 512 GRAMINAE. FAMILIE Poa tri(.'ialis Fiff. 449. 2ijn 8-9 mM lang, langwerpig, 4-5-bIoemig, groen, zelden purperviolet tot donkerbruin aangeloopen, vaak is ook de stengel zoo gekleurd. De kelkkafjes (fig. 448) zijn lancetvormig, het bovenste is omstreeks 4 mM lang, breeder, 3-nervig, het onderste is korter en smal lancetvormig, eennervig, beide zijn op de nerven ruw. Het onderste kroonkafje (fig. 448) is aan de nerven ruw gewimperd, meest kaal, zonder vlokken, met 5 sterke nerven. 6-12 dM. ^. Mei—Juli. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in
. De flora van Nederland. Plants. 512 GRAMINAE. FAMILIE Poa tri(.'ialis Fiff. 449. 2ijn 8-9 mM lang, langwerpig, 4-5-bIoemig, groen, zelden purperviolet tot donkerbruin aangeloopen, vaak is ook de stengel zoo gekleurd. De kelkkafjes (fig. 448) zijn lancetvormig, het bovenste is omstreeks 4 mM lang, breeder, 3-nervig, het onderste is korter en smal lancetvormig, eennervig, beide zijn op de nerven ruw. Het onderste kroonkafje (fig. 448) is aan de nerven ruw gewimperd, meest kaal, zonder vlokken, met 5 sterke nerven. 6-12 dM. ^. Mei—Juli. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel, doch vooral in Midden- Europa in bosschen voor. Bij ons is zij alleen bij Gorsel, Diepenveen en Apeldoorn gevonden. P. trivialis i) L. Ruw b e e m d g r a s (fig. 449). Deze soort is vaak los zodenvormend. Zij heeft een rolronden, meest rugwaarts ruwen stengel. De bladen hebben een gekielde, rugwaarts ruwe scheede (die aan de bladloten iets samengedrukt is) en een vrij smalle (tot 4 mM), toegespitste, meest zeer ruwe schijf. De bovenste scheede is langer dan de schijf. Het tongetje (fig. 449) is soms tot 5 mM lang. De pluim is tot bijna 2 dM lang, meest samen- getrokken, langwerpig tot langwerpig-pyramidaal. De takken zijn afstaand, ruw, de onderste heb- ben aan den voet meest 4 takjes. De aartjes zijn meest circa 4 mM lang, breed-eirond, 3-4- bloemig, groen, vaak bruin of violet aangeloo- pen , zij staan vaak vrij dicht bijeen. De kelk- kafjes (fig. 449) zijn zeer ongelijk, 2 en 3 mM lang, het bovenste is veel breeder, eirond-spits, 3-nervig, het onderste is 1-nervig, beide zijn op de nerven ruw. Het on- derste kroonkafje (fig. 449) heeft 5 sterke nerven , is langwerpig-lancetvormig, spits, aan den voet met dichte vlokken en aan de rand- en rugnerven met duidelijke, korte, zilverglanzende haren. De bloemen zijn door de vlokken der onderste kroonkafjes onderling verbonden. 1).. 5-10 dM. Mei-Juli. Door de ruwe stengels en scheeden is deze soort gemakkelijk kenbaar. He
Size: 1398px × 1788px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants